Händel: Il trionfo del tempo e del disinganno. Roberta Invernizzi, Kate Aldrich, Martin Oro, Jörg Dürmüller met de Academia montis regalis o.l.v. Alessandro de Marchi. Hyperion CDA 67681/2 (2 cd’s, 137’26”). 2007
Händels Il trionfo del tempo e del disinganno HWV 45a op tekst van Pamphili uit 1707 (niet te verwarren met de uitgebreider herziening van dit werk uit 1757 (HMV 71) was op cd niet of nauwelijks behoorlijk vertegenwoordigd. Alleen Alessandrini (Naïve OP 30440) en Haïm (Virgin 363.428-2) gingen De Marchi voor. Het gaat hier om Händels debuut oratorium en zijn eerste poging om de Romeinse elite te behagen.
Het werk behandelt heel muzikaal zo’n allegorisch debat waarin de Tijd en de Verlichting pogen om de Schoonheid te redden uit een Faustiaans pact met het Plezier. Vergeet de saaie teksten, maar geniet van Händels exuberante muziek die de jonge Sakser op zijn inventiefst toont,Niet ongebruikelijk plunderde de componist het werk later voor bijdragen aan zijn opera’s. Het bekendste voorbeeld is de kostelijke sarabande van Plezier die we onmiddellijk herkennen als de beroemde aria ‘Lascia ch’io pianga’ uit Rinaldo.
Ook De Marchi geeft net als Alessandrini een levendige, stijlvolle verklanking die echter gelukkig een ietsje geringer adrenalinegehalte heeft en daardoor ook beter tegen herhaling bestand is. Als hedonisten – die zoals meestal bij Händel de fraaiste melodieën meekregen – blinkt Kate Aldrichs sensuele Piacere fraai contrasterend uit tegenover Roberta Invernizzi’s diamantscherpe Bellezza. Countertenor Martin Oro is uitstekend in zijn sombere aria ‘Se bellezza perde’ en tenor Jörg Dürmüller werpt zich met succes en veel gusto op de heftige, veeleisende muziek van Tempo.
Vergeet de grilliger, flamboyanter Haïm en de geladen Alessandrini niet, maar er is veel te zeggen voor deze nieuwe gulden middenweg versie.