Händel: Aria’s. Alcina: ‘Ah! mio cor! Schernito sei!’; Hercules: ‘Where shall I fly?”; Agrippina: “Pensieri, voi mi tormentate’; Giulio Cesare: ‘Cara sperne, queso core tu comincia’; Joshua: ‘Oh! Had I Jubal’s lyre’; Ariodante: ‘Scherza infida in grembo al drudo’; ‘Dopo notte, altra è funesta’; Theodora: ‘O thou bright sun – With darkness’; Amadigi di Gaula: ‘Destorò dall’empla Dite’; Orlando: ‘Ah! stiegi larve – Già latra Verbero – Vaghe pupille, non son’; Rinaldo: ‘Lascia ch’io pianga mia cruda sorte’. Magdalena Kožena met het Venetiaans barokorkest o.l.v. Andrea Marcon. Archiv 477.6547 (76’34”). 2006
In de grote stroom van cd’s met aria’s van Händel komt deze als vanzelf bovendrijven op grond van de allure en de status van de Tsjechische mezzo die sinds haar debuut met aria’s van Bach alleen maar beter, want rijper is geworden. Op Händelgebied kennen we haar intussen van een cantateplaat (Archiv 469.065-2) en als Cleopatra in de volledige Giuliu Cesare (Archiv 474.210-2).
Voor deze recitalplaat koos ze dramatische scènes uit, uitingen van hoop, wanhoop en vertwijfelde liefde. Heel doorleefd, met een goed gedoseerd vibrato wordt meteen in het eerste fragment uit Alcina al aangetoond hoe ze in het kort in staat is om door ieder woord betekenis te verlenen door een goede timing en het kleuren van de noten een minidrama te scheppen. Aan intensiteit ontbreekt het ruim vijf kwartier lang niet; soms is van momenten vol uitgesproken tragiek sprake, aangemoedigd door Händels voor die tijd gedurfde chromatiek en appoggiature. Waar nodig ontbreekt het ook niet aan vervoering en passie. Opnieuw blijkt de mezzo zich volledig in de muziek in te leven en is ze in staat dat op de luisteraar over te dragen.
De begeleiding is veel meer dan adequaat, maar ademt steeds de juiste gevoelswaarde. Opvallende tendens: de Italianen waren laat bij het stevig oppakken van de praktijken van de uitvoering van oude muziek, maar lopen intussen mee voorop met fraaie, gevoelige en steeds natuurlijk (mee)ademende, zangerige begeleidingen. Steeds meer zangers en instrumentalisten (bv. Mullova) profiteren daarvan.