CD Recensies

HÄNDEL: DUETTEN

Händel: Arcadische duetten. ‘Ahi, nelle sorte umane’, ‘No, di voi non vo’ fidarmi’; ‘Caro autor di mia doglia’; ‘Quel fior che all’alba ride’; Conservate, raddoppiate’; Tanti strali al sen mi scocchi’; ‘Va, speme infida’; ‘A mirarvi io son intento’; ‘Sono liete, fortunate’. Laura Claycomb (sopraan), Natalie Dessay (sopraan), Véronique Gens (sopraan), Juanita Lascarro (sopraan), Anna Maria Panzarella (sopraan), Patricia Petibon (sopraan), Marijana Mijanovic (alt), Sara Mingardo (alt), Brian Asawa (contratenor) en Paul Agnew (tenor) met Le concert Astrée o.l.v. Emmanuelle Haïm. Virgin 545.524-2 (62’18”). 2002 

Feest der herkenning: de thema’s uit de snelle gedeelten van ‘Quel fior’ en ‘No, di voi’ zijn snel te herkennen als vier van de koren uit de Messiah die Händel in dezelfde tijd rond 1740 toen hij zich bij gebrek aan belangstelling in Engeland voor de Italiaanse opera ging wijden aan de populairder oratoriumkunst. Van de negen hier vastgelegde twee- of meestal driedelige duetten ontstonden er nog twee in die latere periode. De rest stamt uit hetzij uit zijn succesvolle Italiaanse tijd van 1707/10, hetzij uit 1710/1, vlak voordat hij met Rinaldo Londen veroverde en 1720/7, de periode van de First Royal Academy.

Ooit wijdden Emma Kirkby, Judith Nelson en Christopher Hogwood zich op Oiseau Lyre aan gedeelten van dit moois, maar die opname is vervallen, zodat Haïm en de haren het rijk vrijwel alleen hebben. De meeste duetten zijn voor twee sopranen, mar hier zijn ook drie duetten ingericht voor sopraan en alt en elk eentje voor sopraan en tenor of countertenor.

Op papier lijkt het nogal een verspilling om voor dit programma liefst zes sopranen in te zetten, temeer daar hun stijl en timbres onderling niet sterk verschilt, maar van deze voortreffelijke ‘baroknachtegalen’ zijn het toch Gens en Dessay die net iets meer indruk maken. Ook Petibon en Mijanovic excelleren in ‘A miravi’, waarbij de alt haast net zo countertenorachtig klinkt als Asawa; Ook alle lof voor het aandeel van Mingardo in ‘Tanti strali’ en ‘Sono liete’. Maar waarom verder zoeken naar details? Het hele programma is voortreffelijk gerealiseerd en een aanwinst voor de Händeldiscografie.