Händel: Serse. Anne Sofie von Otter (Serse), Elizabeth Norberg-Schulz (Romilda), Sandrine Piau (Atalanta), Lawrence Zazzo (Arsamene), Silvia Tro Santafé (Amastre), Giovanni Furlanetto (Ariodate), Antonio Abete (Alviro) met Les Arts florissants koor en –orkest o.l.v. William Christie. Virgin 545.711-2 (3 cd’s, 165’06”). 2003
Van deze opera uit 1738 stonden tot nu toe drie cd opnamen en één beeldregistratie. De meeste meteen in quasi authentieke stijl met eerst uit 1979 Jean-Claude Malgoire (Sony 36941, 3 cd’s). Daaraan werkten Carolyn Watkinson, Barbara Hendricks, Paul Esswood, Anne Marie Rodde, Ortrud Wenkel mee. Een redelijk overtuigende, maar niet in alle opzichten even goede onderneming.
Daarop volgde eerst in 1997 de uitgave met Judith Malafronte, Jennifer Smith, Brian Asawa, Susan Bickley, Lisa Milne, Dean Ely, David Thomas en de Hanover Band met koor onder Nicholas McGegan (Conifer 75605-51312-2, 3 cd’s) die met kop en schouders boven de rest uitstak, temeer daar de in hetzelfde jaar verschenen opname met Ann Murray, Yvonne Kenny, Christopher Robson, Patricia Bardon, Julie Kaufmann, Jan Zinkler, Umberto Chiummo met het Ensemble van de Beierse Staatsopera o.l.v. Ivor Bolton (Farao Classics 8108-010, 3 cd’s) danig teleurstelde: een grootschalige, ‘onauthentieke’ met weliswaar geëngageerde, maar weinig stijlvolle, vaak te vibratorijke of schrille inbreng van de zangers.
De nieuwste opname komt van het beproefde ensemble Les Arts florissants van William Christie. Opnieuw met een hooggekwalificeerde bezetting met in dit soort repertoire doorknede sterren, Anne Sofie von Otter in de titelrol voorop. Wat vooral opvalt, is de grote ensemblesfeer. De persoonlijke, nooit te dwingende, maar steeds stimulerende toets van Christie blijkt uit de onopgesmukte aanpak met een luchtige, doorzichtige klank, vlotte tempi, levendige ritmen, zwierige cadensen, een licht ironische toets. Dat werpt hier fraaie vruchten af, beter dan in een andere, willekeurige echt dramatische opera.
De ervaring die Von Otter opdeed in dit repertoire spreekt uit haast elke noot. Elizabeth Norberg-Schulz (Romilda) doseert met fraaie stem in juiste mate de vereiste dramatiek, Sandrine Piau schittert puur als Atalanta. Op de Arsamene van Lawrence Zazzo en de Amastre van Silvia Tro Santafé valt weinig aan te merken en Ariodate (Giovanni Furlanetto) en Elviro (Antonio Abete) zorgen voor het mooie, nodige stemgewicht in de lager gelegen partijen, waarbij Abete voor de juiste komische noot zorgt. Zeer verzorgde, onder gunstige ‘live’ omstandigheden in het Parijse Théâtre des Champs Elysées in november 2003 gemaakte opname ook.