Haydn: Die Schöpfung H. XXI/2. Dorothea Röschmann (Gabriel, Eva), Michael Schade ( Uriel) en Christian Gerhaher (Raphael, Adam) met het Schönbergkoor en Concentus musicus Wenen o.l.v. Nikolaus Harnoncourt. Harmonia Mundi 82876-58340-2 (2 cd’s, 106’12”). 2003
Haydn: Die Schöpfung H. XXI/2. Sylvia McNair (Gabriel), Donna Brown (Eva), Michael Schade (Uriel), Gerald Finley (Raphael) en Rodney Gilfry (Adam) met het Monteverdikoor en de English baroque soloists o.l.v. John Eliot Gardiner. Archiv 449.217-2 (2 cd’s, 101’). 1995
Wie werkelijk is gesteld op prachtige, preciese en levendige koorzang en een interpretatie die zowel kernachtig als verheffend is, kan niet beter af zijn dan met deze opname. Vanaf de inzet van de eerste maat wordt duidelijk dat de chaos hier niet lang zal duren. Gardiner leidt zijn ensemble heel gedisciplineerd en aanmoedigend door het werk en laat het een prachtige klank ontwikkelen waarin toch ook duidelijk sporen te horen zijn van het mysterie dat zo essentieel is voor dit oratorium. Zijn solisten zijn heel goed en bieden onderling gelukkig ook het nodige contrast. De bariton Gerald Finlay in het bijzonder weet het nobele en het sympathieke heel goed te verenigen als Raphael. Mooi ook dat er een afzonderlijke Adam (Gilfry) en Eva (Brown) zijn. Als Uriel is Michaeln Schade op zijn best waar hij vertelt over de schepping van de mens.
Dit werk is niet nieuw voor Harnoncourt getuige zijn eerdere opname uit 1987 (Teldec 2292-42682-2). Zijn opvatting is in wezen niet erg veranderd – waarom ook, want daar was niets mis mee qua stijl en levendigheid – maar hij opereert iets rustiger, bedaagder wat van voordeel is en winst aan kleur en detail betekent. Het begeleidend ensemble en het koor zijn ook hetzelfde, alleen traden nieuwe, jongere solisten aan. Ze komen alle tot heel goede prestaties met een de oprecht milde, van onschuld getuigende Röschmann als luchtige Eva, de dramatischer maar nog best elegante Schade als Uriel en de majestueuze Gerhaher als Gabriel.
Natuurlijk zijn ook nog andere mooie opnamen in het geding. Ter vergelijking bieden zich met name Weil (Sony 57965) en de traditioneler, volbloediger Karajan (DG 449.761-2) aan.