Händel: Water Music; Suite uit Rinaldo. Les musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski. Naïve V 5234 (60’08”). 2010
Nadat we vroeger om te beginnen veel hoekige, sterk geritmiseerde, op een vermeende Baschstijl geënte Duitssoortige Watermuzieken van o.m. Münchinger, Wenzinger, Baumargtner hoorden langskomen, namen de betere Engelse ensembles het over en kregen we de muziek in een passender, feestelijker en minder zwaar kostuum te horen. Denk aan Dart, Marriner, Hogwood, Pinnock, Gardiner en Norrington plus van Amerikaanse zijde het Orpheus kamerorkest (DG474.168-2). Maar sinds een paar jaar maken nu ook de Fransen een inhaalslag met bijvoorbeeld de grootschalige versie van Niquet (Glossa GCD 921606) of de oudere van Paillard (Warner 0927-48685-2) en de als Frans te beschouwen Savall (Naïve ES 9920). In dit gezelschap voegt zich nu ook Minkowski met een gangbaar in drie suites opgedeelde volledige opname. Belangrijk kenmerk is de levendigheid van de aanpak. Met veel zwier en in erg vlotte tempi wordt de muziek met de nodige nuancen gespeeld. Goed is te horen hoe veel verder we langzamerhand zijn gekomen met oude uitvoeringspraktijken. Geen twijfel over de juiste intonatie en de virtuositeit waarmee vooral de blazers zich onderscheiden geeft aanleiding tot bewondering. In sommige oren zal het geheel misschien wat te vlot klinken, maar de moeite van het aanhoren is het beslist.
Waar de Water Music doorgaans cd vullend is, blijft door die vlotte aanpak ruimte over voor een achtdelige suite uit de opera Rodrigo. Meer feestelijke gestileerde dansvormen verschijnen hier ten tonele.
Bij een vergelijking zijn vooral Pinnock en het Orpheus ensemble de moeite waard.