Hindson: Vioolconcert; Corigliano: Suite uit The red violin; Liszt bew. Kennedy/St. John: Totentanz. Lara St. John met het Koninklijk filharmonisch orkest o.l.v. Sarah Ioannides. Ancalagon ANC 133 (70’00). 2007
Het (eigen?) label Ancalagon, waarop de Canadese violiste zich manifesteert, heeft als we de kleine lettertjes lezen. De opname is namelijk gemaakt in de Air studio’s in Londen met ex-Philips producente Martha de Francisco en (mijn ex Haagse studenten) Jean-Marie Geijsen en Matthijs Ruiter van Polyhymnia in Baarn als verantwoordelijke technici. Dit als meer dan terzijde. Op de opname valt ook niets aan te merken trouwens.
St. John stelt hier heel ondernemend en nogal gedurfd drie werken voor. Het vioolconcert Australian Postcards van de in 1968 geboren Australische componist Matthew Hindson is als een soort veelschrijvende Copland après la lettre in zijn Latin American sketches een muzikaal landschapsschilder die in zijn Vioolconcert achtereenvolgens een vrij heftige beschrijving geeft van een ‘Wind turbine at Kooragang Island’, van het aangenaam rustiger ‘Westerway’ en het feestelijke ‘Grand final day’ met dank aan de luidere popmuziek en met veel slagwerk. Wie enigszins thuis is in Australië, het landschap en de sfeer kent zal daar mogelijk iets van herkennen. Mij sprak het wel aan in elk geval, maar zoals zo vaak zijn dergelijke titels vaak ook uitwisselbaar en weinig zeggend wanneer je zelf de sfeer van dat landschap niet grondig kent. Belangrijker is dat het werk in een heel acceptabel idioom wat te zeggen heeft, zonder direct diepe indrukken achter te laten. De violiste moet veelvuldig een beroep doen op haar heel zuiver klinkende hoogste vioolregister.
Van Corigliano’s Suite uit de filmmuziek bij The red violin bestonden al opnamen van Joshua Bell (Sony SK 63010) en Chloë Hanslip (Naxos 8.559302), maar deze doet daar beslist niet voor onder. Het hoogtepunt daaruit is een uitgebreide Chaconne die is gebaseerd op het hoofdthema uit de filmmuziek, die knap is gestructureerd, maar wat ongelijkmatig van aantrekkingskracht is. St. John doet intussen wat maar mogelijk is om er een succes van te maken.
Interessanter is eigenlijk de bewerking uit 2005 door Martin (en dus niet Nigel) Kennedy en voor violistisch advies Lara St. John zelf van Liszts Totentanz. Alles met de bedoeling om als huzarenstukje de brille en panache van het origineel voor piano en orkest minstens te evenaren. Het dient gezegd: St. John opent heel knap, virtuoos en enthousiast nieuwe perspectieven die een aardig alternatief vormen. Deze cd moet voer vormen voor violisten op zoek naar repertoire uitbreiding.