Haydn: Celloconcerten nr. 1 in C H. VII/1 en 2 in D H.VII/2. Harriet Krijgh met de Weense Kamerfilharmonie o.l.v. Claudius Traunfellner. Capriccio C5139 (51’53”). 2012-09-12
Bij diverse branden zijn heel wat instrumentale concerten van Haydn verloren gegaan. Voor zijn leerling Anton Kraft schreef de oude meester de beide concerten in C en D, waarvan het eerstgenoemde pas laat werd teruggevonden.
Het is een speculatieve vraag of Kraft met het sonoorste instrument uit de strijkersfamilie even goed was toegerust als de vele huidige instrumentalisten.
Harriet Krijgh schaart zich na de andere Nederlanders die opnamen van beide werken maakten: Anner Bijlsma, Pieter Wispelwey en Quirine Viersen nu ook in de rijen van de vele anderen die haar voorgingen. Ze doet dit op sympathieke, van alle show ontdane manier met een subtiel aangezette virtuositeit, rekening houdend met vele stemmingswisselingen. In de kalm genomen langzame delen toont ze een groot expressief inlevingsvermogen en in de beroemde finale van het eerste concert zorgt ze voor vuurwerk en sprankeling.
Bovendien boft ze dat ze in het muziekmekka Wenen afstudeerde en op eigen kracht een plaatsje in het lokale muziekleven verwierf met als een van de gevolgen een heel sympathiek begeleidend kamerorkest van passende proporties.
Moedig en interessant is dat ze hier haar eigen stijlvolle cadensen voorstelt.