Humperdinck: Die Königskinder. Jonas Kaufmann (t), Ofelia Saia (s), Detlev Roth (b), Nora GUbisch (ms), Jaco Huijpen (bs) met het jeugdkoor van het Opéraatelier Montpellier, het Lets omroepkoor en het Nationaal orkest Languedoc-Roussillon o.l.v. Armin Jordan. Accord 3CD 476.9151 (3 cd’s, 2u 44’45”). 2005
Humperdinck: Die Königskinder. Klaus Florian Vogt (t), Juliane Banse (s), Christian Gerhaher (b), Gabriele Schnaut (ms), André Horl (bs) met het Berlijns Meisjes- en Omroepkoor en het Duits symfonie orkest o.l.v. Ingo Metzmacher. Crystal N 67.044 (3 cd’s, 2u 35’43”). 2008
Net als bij Humperdincks Hänsel und Gretel gaat het in dit geval om een sprookjesopera, maar de geschiedenis van het werk uit 1897 op libretto van Rossmer is veel ingewikkelder.
Het stuk is gebaseerd op een symbolisch toneelstuk van de door een gedicht geïnspireerde Elsa Berstein-Porges waarvoor Humperdinck werd gevraagd de toneelmuziek te schrijven. De componist maakte er een melodrama van waarvoor hij de tekst à la Schönberg als Sprechgesang verwerkte. In die vorm ging het werk in première.
Een paar jaar later kreeg de componist toestemming om de tekst tot opera te bewerken en zo ontstond de opera die nog steeds elementen melodrama in zich draagt. Wat ontstond is een orkestraal werk met zangstellen. Bijna alles wordt sprekend gezongen, zonder meezingbare melodieën. Dat vergt bij de realisatie niet alleen veel van de uitvoerenden, maar ook van de luisteraar. Het is ondanks het gegeven dus beslist geen kinderopera ondanks het sprookjesachtige gegeven. Dat op zijn beurt is ook niet vrolijk stemmend, want het gaat om een verhaal over hoe de onschuld en liefde voor de harteloze, begriploze maatschappij verstikt en wordt vermoord.
Intussen gaat het wel om een prachtig voorbeeld van de vroeg twintigste-eeuwse muziekvernieuwingen dat het aanhoren beslist waard is. Decennia lang was de opname van Wallberg (EMI 769.936-2) uit de jaren ’70 letterlijk toonaangevend, maar intussen heeft dit tweetal nieuwkomers meer te bieden.
Vooral de opname met fijn nuancerende Juliane Banse als het ganzenmeisje, de fraaie Florian Vogt op wie ze verliefd wordt en bovenal Christian Gerhaher die zorgvuldig modulerend de vedelspelende minnestreel uitbeeldt in de elegie voor het dode liefdespaar, maken de overheersende stemming van milde melancholie goed invoelbaar.
Maar ook Jonas Kaufmann en Ofelia Saia zorgen voor een mooie jeugdig lyrische prins en een charmante ganzenhoedster; de bijrollen zijn ook uitstekend bezet. Het is dus wikken en wegen tussen deze twee met een geringe voorkeur voor Metzmacher.