Honegger: Symfonie nr. 1; Pastorale d’été; Mouvements symphoniques nr. 1 ‘Pacific 231’, 2 ‘Rugby’ en 3. Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Charles Dutoit. Erato ECD 88171, 2292-45242-2 (54’30”). 1986
Honegger’s Trois mouvements symphoniques werden in feite geschreven als de drie aparte stukken die het zijn. Het eerste en bekendste is Pacific 231 (1923) en werd destijds beschouwd als een toonbeeld van modernisme, grotendeels natuurlijk vanwege de titel en het onderwerp. In wezen gaat het om een soort miniatuur symfonisch gedicht waarmee een visuele en hoorbare indruk zou moeten worden gewekt van ‘het rustige stationaire verloop, het gevoel van zware inspanning als hij begin te rijden, de toenemende snelheid en tenslotte de emotie, het gevoel van passie geïnspireerd door een 300 ton wegende locomotief met trien die door de nacht raast’. Bedoeld is natuurlijk een Amerikaanse locomotief van dat type.
Rugby (1928) trachtte ook een andere uiterste fysieke inspanning (‘de aanvallen en tegenaanvallen uit het spel’) in muziek te vertalen. Ditmaal in een kostelijk freewheelend rondo vol golvende contrapuntische energie.
Het laatste deel, dat in 1933 ontstond is zuiver abstract: een rusteloos Allegro waarin de strijkers en de blazers onhandig co-existeren als twee strijdende elementen en een Adagio met een naargeestig begin van de saxofoon en een karige instrumentatie die aan HIndemith en Weill doet denken.
Dutoit dirigeert hier een mooie dwarsdoorsnee door het oeuvre van Honegger. Als een mooi contrapunt van de levendig en goed onstuimig geportretteerde locomotief is daar de evenwichtige symfonie nr. 1 met zijn elegante tweede deel en de kostelijke Pastorale d’été met zijn opvallend sensuele lyriek.