Hummel: Cellosonate in A op. 104; Variazioni alla Monferria op. 54; Oberons Zauberhorn op. 116. Arturo Bonucci en Aldo Orvieto. Dynamic CDS 286 (57’27”). 2000
In deze werken komt de open, vrij pretentieloze stijl van Hummel mooi naar voren. Erg ambitieus klinkt de sonate niet; de hoekdelen zijn gebaseerd op vrolijk tinkelende melodieën, het langzame deel heeft van een Lied ohne Worte van Mendelssohn. De finale heeft iets springerigs.
Eigenlijk is het variatiewerk aardiger met zijn 6/8 thema. Na tien variaties wordt het stuk in galop afgesloten. De vertolkingen klinken monter en fris zoals het betaamt bij deze lichtgewicht muziek.
Voor de Cellosonate is een mooi alternatief van Quirine Viersen en Silke Avenhaus (Et’cetera KTC 1243) met een Brahmssonate en een Polonaise van Chopin.