Higdon: Concert voor orkest; City scape. Atlanta symfonie orkest o.l.v. Roberty Spano. (66’13”). 2003
Higdon: Zaka; Legacy; Rapid fire; Soliloquy; Summer shimmers; Autumn reflection; Song 1995; Dash. Susan Glaser (fl), Todd Palmer (kl), Stephen Taylor (h), Marc Goldberg (fag), Joseph Anderer (hrn), Kyu Young Kim (v), Pitnarry Shin (vc), Christopher Oldfather (p), John Novacek (p), Lark Chamber Artists. Koch KICCD 7738 (55’02”). 2007
Veel wijst erop dat Jennifer Higdon (1962) de door eerdere Amerikaanse componisten als Barber, Copland, Diamond, Hanson, Harris, Piston, Schuman, Rorem, Bernstein en anderen gevestigde traditie bij het schrijven van rondborstige, helder georkestreerde, openhartige muziek voortzet. Veel van haar werken hebben ritmische vaart, harmonische potentie en melodische charme.
Neem haar Concert voor orkest (2002). Dat gaat zo ongeveer verder waar Bartók ophield. We herkennen de wervelende strijkers en het roezemoezende koper. Het werk van haar is eveneens vijfdelig en boogvormig, al is het in detail heel anders. Zo is het vierde deel bijvoorbeeld een show voor slagwerk (ze schreef trouwens een Concert voor slagwerk en orkest, te vinden op LPO 0035, uitgevoerd door Colin Currie met het Londens filharmonisch orkest onder Marin Alsop).
Dat deel begint langzaam en teer als een hemels uurwerk, maar wordt geleidelijk dichter, luider en sneller om daarna direct in de finale over te gaan.
Indachtig de naam van het werk mogen we solistisch vuurwerk verwachten en er zijn inderdaad soli voor de eerste lessenaar mensen uit het orkest. Dirigent Spano en het geweldige orkest uit Atlanta zorgen voor een virtuoze verklanking met de vereiste structurele samenhang en zorgen tevens voor veel kleur en karakter.
Dat structuurbesef speelt ook bij de componiste een grote rol.
City Scape (2002) is een contrastrijk drieluik over de stad Atlanta. Een hecht geconcentreerd, mooi geconstrueerd stuk met mooi gedoseerde climaxen. Het mooist komt dat uit in het 17-minuten durende middendeel, ‘river sings a song to trees’ waarin een pastoraal stadsbeeld wordt geschetst maar waarin ook de spanning geleidelijk wordt opgevoerd om een wat ruiger, emotioneler groter landschap te tonen. De kortere hoekdelen zijn wat puntiger, maar ook exuberanter.
Dat Higdon ook heel mooie dingen in kleinere vormen en op het niveau van heel diverse kamermuziekniveaus presteert. Illustreert de tweede cd met programmatisch getinte stukken die nieuwe, kleurige beelden oproepen via meer dan adequate interpretaties.