Händel: Aci, Galatea e Polifemo HWV. 72. Roberta Invernizzi (s), Blandine Staskiewicz (ms), Lisandro Abadie (bs) met Risonanza o.l.v. Fabio Bonizzoni. Glossa GCD 921515 (2 cd’s, 1u. 29’57”). 2012
Voor de duidelijkheid: dit is niet het latere Engelse pastorale oratorium Acis and Galatea HWV 49b uit 1718, maar een minder bekende vroegere Napolitaanse versie uit 1708. Over de oorsprong en de aanleiding is niet zoveel bekend, maar mogelijk bestaat die uit het huwelijk van de hertog van Alvito met Donna Beatrice, de dochter van de prins van Monte-Miletto.
Het is grappig te noteren dat hij hele aria’s uit dit werk later hergebruikte in opera’s als Agrippina (1709), Rinaldo (1711), Il pastor fido (1712), Teseo (1713) en zelfs veel later nog in Poro (1733) en Atalanta (1736).
Asi, vermoedelijk ooit bedoeld voor een sopraan castraat, is gelukkig af met twee prachtige aria’s: ‘Qui l’augel da pianta in pianta’ en de sterfklacht ‘Verso già l’alma col sangue’ die Händel later opnieuw gebruikte in de merkwaardige tweetalige versie van Acis and Galatea in 1732. Beide behoren tot de geïnspireerdere vondsten uit zijn vroege jaren. De sopraanstem gaat hier als het ware een competitie aan met zingende vogels in de vorm van soli voor hobo en viool.
Roberta Invernizzi zingt deze muziek met een fraaie, stevige en toch lieflijke, gelukkig ook erg wendbare warme stem. Luister naar ‘Qui l’augel da pianta in pianta’ om dat bevestigd te krijgen. De muziek van Polimfemo vergt een haast ongelooflijk bereik van de lade D tot de A in het driegestreepte register en vindt een hoogtepunt in de sombere aria ‘Fra l’ombre e gl’orrori’. Lisandro Abadie beschikt met zijn ietwat grindhoudende, vrij droge bas over het vereiste gereedschap.
De voor mezzo of alt geschreven gedeelten voor de Arcadische nimf is helaas wat minder interessant, maar Blandine Staskiewicz maakt van de rol wat ervan de maken is en ontplooit daarbij net voldoende sensualiteit.
De instrumentale kant is in zeer goede handen bij Fabio Bonizzoni en zijn keurkorps. Deze vertolking wint het makkelijk van de vrij bleke van Medlam met Kirkby, Watkinson en Thomas (Harmonia Mundi HMA 190.1253/4), maar vindt zeer geduchte concurrentie bij Haïm met Piau, Mingardo en Naouri (Virgin 545.557-2).
Als een soort toegift is hier nog een charmant duet uit Händels Romeinse cantate Clori, Tirsi e Fileno die McGegan in 1990 in zijn geheel vastlegde (Harmonia Mundi HMX 290.7348/9).