Händel: Deidamia HWV 42. Sally Matthews, Verónica Cangemi, Olga Pasichnyk, Silvia Tro Santafé, Andrew Foster-Williams, Umberto Chiummo en Jan-Willem Schaafsma met Concerto Köln o.v. Ivor Bolton. Opus Arte OA 1088 D (dvd, 3u. 04’ + 24’). 2012
Händel: Deidamia HWV 42. Simone Kermes, Anna Bonotatibus, Dominique Labelle, Anna Maria Panzarella, Furio Zanasi en Antonio Abete met Il complesso barocco o.l.v. Alan Curtis. EMI 545.550-2 (3 cd’s, 3u. 00’18”). 2002
Händel: Deidamia HWV 42. Julianna Baird, Brenda Harris, John Cheek, d’Anna Fortunato, Máire O’Brien met de Palmer Singers en het Brewer kamerorkest o.l.v. Rudolph Palmer. Albany Troy TROY 460 (3 cd’s, 3u. 00’32”). 2001
Dat als gevolg van de Händel opera renaissance ook Deidamia, in januari 1741 voor het eerst in het Londense Lincoln’s Inn Fields opgevoerd, aan bod zou komen, was te verwachten. Het was Händels laatste en zeker niet zijn beste opera. In zijn libretto baseert Rolli zich op Metastasio’s Achille in Sciro; Ook Caldara gebruikte dit gegeven al eerder in 1736 voor zijn opera Ciro riconosciuto. Merkbaar is dat de inventiviteit van de componist wat is verminderd.
Het verhaal gaat over Achilles die zich als vrouw vermomd heeft verstopt op Scyros maar die zich heel dom verraadt aan Ulysses die hem was komen opsporen. Men gaat nu naar Troje om de terechtstelling die was gepland ten uitvoer te brengen. Dat wordt bemoeilijkt door Deidamia die eenmaal op de hoogte van Achilles’ identiteit zijn minnares was geworden.
In het werk met hoofdzakelijk da capo aria’s, korte recitatieven en een paar duetten zijn komische en tragische elementen mooi bijeengebracht en we horen een aantal treffende aria’s. Daaronder van Deidamia’s uitdagende ‘Nasconde l’usignol’ en haar oprechte ‘M’hai resa infelice’. Van de overige belangrijke solisten valt vooral Cangemi positief op. Wat merkwaardig is wel dat Deidamia’s laatste aria hier is toegevallen aan Achilles Pasichnyk die ook haar partij met verve zingt. Alle waardering ook voor de invulling van de Ulisse-rol (oorspronkelijk voor een castraat bestemd) door mezzo Silvia Tro Santafé. Veronica Cangemi voldoet goed in de rol van Nerea, de vriendin van Diademia, Umberto Chiummo verklaart vanuit een luie zetel dat hij te oud is om aan de jacht deel te nemen en Andrew Foster-Williams is een robuuste Fenice.
Als aanjager van het geheel fungeert Bolton’s Concerto Cöln met ‘oude instrumenten’. Handig voor Nederland is dat er alleen Nederlandse ondertiteling is.
Als men al wil kennismaken met deze opera, is inderdaad de beste manier om te kiezen voor de dvd uitgave die zijn ontstaan dankt aan drie opvoeringen in het Amsterdamse Muziektheater. In vlotte eigentijdse kledij zien en horen we dan sopraan Sally Matthews die als vitale Deidamia die zowel heel fraai zingt als acteert echt het hele werk draagt, sopraan Olga Pasicchnyk als Achille, mezzo Silvia Tro Santafé als Ulisse, sopraan Veronica Cangemi als Nerea haar collega prinses, bas-bariton Andrew Foster-Williams als Fenice, bas Umberto Chiummo als Licomede en tenor Jan-Willem Schaafsma als Nestore. De regie is in handen van David Alden, de simpele decors verzorgde Paul Steinberg die de handeling laat plaatsvinden in en op zee met zicht op een strandhuis met twee verdiepingen en een eilandje. Een bos blauwe bladeren versiert het jachttafereel en een paar zuilen dragen de laatste akte. De kostuums zijn ontworpen door Constance Hoffman. Tot de attributen behoort een her en der opduikende cello.
Beide cd versies doen kwalitatief weinig voor elkaar onder.