CD Recensies

HÄNDEL: ESTHER

Händel: Esther HWV. 50a. Susan Hamilton, Nicholas Mulroy, James Gilchrist, Matthew Brook, Robin Blaze, e.a. met het Dunedin Consort o.l.v. John Butt. Linn CKD 397 (2 cd’s, 1u. 39’24”). 2011 

 

Van Händels eerste, ietwat problematische oratorium Esther – half masque, half oratorium -  uit 1718 bestonden al opnamen van Hogwood uit 1984 (Oiseau Lyre 414.423,2, Decca 475.6731) en Christophers uit 1995 (Coro COR 16019), maar wat John Butt in deze opname doet met de verwerking van het toneelstuk van Racine en de tekst van Pope tot een libretto van Arbuthnot, is een paar jaar verder gaan in de tijd met de versie Cannons uit 1720 die hij de ‘eerste geherconstrueerde’ noemt. In 1732 zorgde Händel nog eens voor een uitgebreide herziening.

Dat was ook wel nodig want aanvankelijk was het werk zeer onevenwichtig, ongelukkig geproportioneerd en vertoonde het ook hiaten. De intieme sfeer van beide eerste aktes werd wat wreed verstoord door de luidruchtige Joodse koren uit de derde.

Butt legt in het boekje bij deze cd’s zorgvuldig uit hoe John Roberts tot zijn musicologisch zeer verantwoorde oplossing kwam. Hij vond dat het werk aanvankelijk voor dezelfde bescheiden krachten was getoonzet als Acis en Galatea. Omdat de hertog van Cannons over meer musici beschikte, kon de bezetting wat worden uitgebreid. Gelukkig dient die toegepaste muziekwetenschap niet als middel, maar als doel. Elf zangers, inclusief de solisten, en twintig instrumentalisten nemen de taak op zich om de muziek verantwoord en mooi uit te voeren. Gelukkig zijn de prestaties van de solisten – met uitzondering van de wat te meisjesachtige sopraan Susan Hamilton in de titelrol en de hooguit matige Robin Blaze als priester – van hoog vocaal en stijlvol gehalte. Matthew Brook is een onheilspellende Haman en James Gilchrist een doorleefde Assuerus.

Butt is in het voordeel als het om een goed verantwoorde historische reconstructie gaan, maar puur muzikaal bezien gaat de voorkeur naar Christophers uit.