CD Recensies

HAYDN: SCHOTSE VOLKSLIEDBEWERKINGEN

Haydn: Schotse volksliedarrangementen. ‘The lea-rig’ H. XXX1a nr. 31bis, ‘Morag’ H. XXXIa nr. 143bis; ‘Ay waking, O’ H, XXXa nr. 157; ‘Rattling roaring Willy’ H. XXXIa nr. 227; ‘Barbara Allen’ H. XXXia nr. 11bis; ‘Jenny’s bawbee’ H. XXXIa nr. 252; ‘Mary’s dream’ H, XXXIa nr. 1bis; ‘She rose and loot me in’ H. XXXIa nr. 219bis; ‘William and Margaret’ H. XXXIa nr. 153; ‘Bessy Bell and Mary Gray’ H.XXXIa nr. 178; ‘Willy was a wanton wag’ H. XXXIa nr. 4; ‘The lone vale’ H. XXXIa nr. 175 “Highland air”; ‘My love she’s but a lassie yet’ H. XXXIa nr. 194; Pianotrio nr. 27 in C H. XV. Werner Güra (t), Christoph Berner (p), Julia Schröder (v) en Roel Dieltiens (vc). Harmonia Mundi HMC 90.2144 (65’49”). 2012

 

Op latere leeftijd vierde Haydn zijn grootste successen in Engeland. De Londense symfonieën nr. 93-104 uit de periode 1791 tot 1795 zijn daar het beste bewijs van. De band met Engeland en zijn populariteit had meer, maar onbekendere gevolgen. De uitgever George Thomson besloot tot een project om volksliedjes uit Schotland (maar ook uit Wales) te arrangeren, niet alleen aan Haydn, maar ook aan Beethoven en Hummel. Zo ontstonden tussen 1790 en begin jaren 1800 enige bundels met best hoogwaardig materiaal, dat bij de componisten echter weinig status verwierf en later nagenoeg werd vergeten. Toch schijnt met name Haydn best trots op zijn werk te zijn geweest. 

Het gaat hier gewoon om strofische liederen, meestal in dialect, waaraan Haydn een meer dan modale expressie gaf door voor de begeleiding niet alleen een piano, maar een pianotrio in te zetten. Zijn ‘productie’ was overigens enorm: ruim 370 liedbewerkingen verschenen van zijn hand. Hier horen er daarvan 13 stuks.

Janet Baker, Yehudi Menuhin en George Malcolm behoorden in 1975 tot degenen die een negentiental van deze liederen vastlegden (Testament SBT 1241). Güra en zijn partners hebben zich hoorbaar goed op hun taak voorbereid. De tenor beheerst de dialecten probleemloos en had voor een geboren Schot kunnen doorgaan. Terecht gebruikt Christoph Berner een hammerflügel. De aanpak is intiem, voor een kleine zaal bestemd. De ‘begeleiding’ stijgt ver uit boven het gangbare concept. Afwisseling is er genoeg en het is hoorbaar dat het viertal zich met veel plezier aan deze onderneming waagden. Aardig is dat op een paar momenten delen van een pianotrio zijn verweven.