Händel: Admeto, Re di Tessaglia HWV 22. René Jacobs, Rachel Yakar, Ulrik Cold, Rita Dams, James Bowman, Jill Gomez, Max van Egmond met Complesso barocco o.l.v. Alan Curtis. Virgin 561.369-2 (3 cd’s, 3u. 36’08”). 1977
Admeto, op een eigen libretto van de componist, uit 1727 is een opera van groot belang, vooral door de muziek voor de beide vrouwen – Alceste (Rachel Yakar) als de nobele, zichzelf opofferende echtgenote van koning Admetus (René Jacobs) en Antigona (Jill Gomez) de prinses die hij ooit het hof had gemaakt, maar vervolgens afdankte en die terugkeerde na de veronderstelde dood van Alceste.
De handeling vertoont veel overeenkomst met Glucks Alceste, maar bezit een onderliggende intrige die zorgt voor de inbreng van iets meer ironie en humor die ook te vinden zijn in het oorspronkelijke Venetiaanse stuk om een vollediger inzicht te geven in menselijke karakters.
Destijds ging het bij deze opname om een pioniersdaad op het gebied van consequent doorgevoerde historische uitvoeringspraktijk. Anno nu maakt het resultaat misschien een wat gedateerde indruk omdat de uitvoering een wat nodeloze zwaarte bezit; de recitatieven zijn aan de trage kant en niet iedere zanger beperkt het vibrato in de stem. Rachel Yakar bijvoorbeeld, maar ze compenseert dat door de esprit in haar aria’s, zoals in ‘Là dove gli occhi io giro’ uit de derde akte.
Jill Gomez beheerst de gewenste stijl beter en zingt lichter, wendbaarder en charmanter zoals in de expressieve siciliana uit de tweede akte. James Bowman is een goede Trasimede, de broer van Admetus die verliefd is op Antigona. Iets meer heldhaftigheid in zijn toon had echter niet misstaan. Ulrik Cold is een uitstekende, heel manlijke Ercole en Max van Egmond een stijlvolle Meraspe.
Curtis en zijn ensemble begeleiden degelijk; het had aan de baskant echter wat geanimeerder mogen wezen. Niettemin, een beter alternatief is er nauwelijks.