Händel: Amadigi de Gaula HWV 11. Nathalie Stutzmann, Jennifer Smith, Eiddwen Harrhy, Bernarda Fink met Les musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski. Erato 2292-454902, Warner 2564-69651-9 (2 cd’s, 2u. 29’12”). 1989
In wezen gaat de stof van deze intieme ‘magische’ opera uit 1715 terug tot het epische gedicht van Tasso hoewel Händel zich baseerde op de lyrische tragedie van Destouches. Het werk illustreert het grote vermogen van de componist om in zijn tweede ‘magische’ opera een goed drama te ontwikkelen binnen het kader van de opera seria vorm.
Het verhaal speelt in het oude Gallië waar de intrigante tovenares Melissa Amadigi tracht te verhinderen om de schone Oriana, die ook vurig wordt bemind door de prins van Thracië Dardano, te verleiden. Deze vier rollen zijn alle toevertrouwd aan hoge stemmen, de held door een alt castraat.
Eenvormigheid is vermeden doordat Händel het vermogen had om emoties door de zangers tot uitdrukking te laten brengen in een aaneengeregen reeks gevarieerde nummers die telkens precies op de situatie zijn toegesneden.
Precies dat wordt hier op een heel overtuigende, gevoelige en spirituele wijze gerealiseerd door de vier zangers. De nog jonge Nathalie Stutzmann is in de titelrol van Amadigi een onstuimige, zeer levendige dame, getuige bijvoorbeeld haar ‘Sussurrate, ondevezzose’, Bernarda Fink een passend serieuze, directe Dardano en Jennifer Smith een tere, subtiele, steeds geloofwaardige Oriana die mooi contrasteert met de opdringerige Melissa van Eiddwen Harrhy.
De emotionele turbulentie van de muziek komt in Minkowski’s directie goed naar voren. Knap hoe hij een veilige koers vaart tussen de Charybdis van barokke ernst en de Scylla van het overaccentueren.
Er moet ook een opname bestaan van Banzo (Naïve AM 133), maar die behoort tot de grote onbekenden.