Händel: Teseo HWV. 9. Eirian James, Della Jones, Julia Gooding, Derek Lee Ragin, Catherine Napoli met Les musiciens du Louvre. Erato 2292-45806-2 (2 cd’s, 2u. 27’39”). 1992
De derde opera die Händel in 1713 in Londen schreef was Teseo, gebaseerd op een Frans libretto in Italiaanse vertaling dat Quinault ooit voor Lully schreef. Het is een vrij spectaculair werk in vijf aktes met Medea (na de gebeurtenissen uit) en Theseus (vòòr de gebeurtenissen uit Hippolyte en de Ariadne opera’s) als centrale figuren. Het resultaat is een opera die het midden houdt tussen een opera seria en een tragédie lyrique.
Medea zorgt voor de actie en levert de belangrijkste inbreng als geringgeschatte minnares en jaloerse tovenares. Ze stelt zich voor in de langzame aria ‘Dolce riposo’, maar is elders vooral furieus. Haar belangrijkste moment beleeft ze aan het begin van de slotakte. Della Jones beschikt over de juiste stemmiddelen en de juiste gave om te karakteriseren om al die expressieve contrasten goed naar voren te brengen.
Wat de overige zangers - mezzo Eirian James in de castraatrol van Teseo, Julia Gooding als Agilea, Derek Lee Ragin als Egeo, Catherine Napoli als Clizia, Jeffrey Gall als Arcane en François Bazola als Sacerdote – laten horen past in het algemeen ook goed in dit kader en de hoogst gemotiveerde Musiciens du Louvre spelen misschien soms wat te luid, maar verder uitstekend. Minkowski kiest vrij snelle tempi en zorgt voor vaart. Soms horen we alleen continuo begeleiding, de recitatieven klinken levendig en appoggiaturen krijgen alle zorg.
Er is een nieuwere opname van Junghänel uit 2009 (Carus 83.437) en een dvd opname van Katschner (ArtHaus 100.708), beide zijn onbekend.