Händel: Semele HWV. 58. Kathleen Battle, Marilyn Horne, Samuel Ramey, John Aler, Michael Chance met het Ambrosian operakoor en het Engels kamerorkest o.l.v. John Nelson. DG 435.782-2 (3 cd’s, 2u.54’02”). 1990
Händel: Semele HWV. 58. Rosemary Joshua, Hilary Summers, Brindley Sherratt, Stephen Wallace, Richard Croft met koor en orkest van de Early Opera Company o.l.v. Christian Curnyn. Chaconne CHAN 0745 (3 cd’s, 2u. 49’00”). 2007
Strikt bezien is Semele uit 1744 geen opera, maar een oratorium op tekst van Congreve naar Ovidius. Het werk heeft eerder het karakter van een oratorium, hoewel het gegeven niet Bijbels of zelfs maar spiritueel is. Waar gaat het om?
De ambitieuze Semele, minnares nummer zoveel van Jupiter, wil zelf ook tot de onsterflijke goeden gaan behoren. Aangemoedigd door Juno, de jaloerse echtgenote van Jupiter in vermomming, laat Semele zich overhalen tot een fatale daad.
Ze verlangt dat Jupiter zich toont in zijn goddelijke gedaante, waarna ze door zijn uitgestraalde hitte wordt verteerd. Erotiek en humor zijn telkens terugkerende elementen in dit werk waarin alleen het koor zich merkbaar maakt op de meest ongelegen moment, zoals tijdens een liefdesscène.
Wie niet hecht aan de tegenwoordig dominante historiserende uitvoeringsstijl kan goed terecht bij DG. Maar logischer is het toch om voor Curnyn te kiezen. De dirigent toont precies de juiste opvatting en hem staan de daartoe vereiste middelen ter beschikking.
Rosemary Joshua is in elk van de van haar verwachte stemmingen imposant in de titelrol: luchtig in ‘The morning lark’, slaperig in ‘O sleep, why dost thou leave me’, fraai versierend in ‘Myself I shall adore’, pathetisch in ‘Thus let my thanks be paid’.
Ook Richard Croft als Jupiter heeft mooie, haast pathetische ogenblikken in het verleidelijke ‘Where’re you walk’, al kan zijn dictie beter. Hilary Summers neemt de dubbelrol van Juno en Semele’s vriendelijke zus op zich met haar warm klinkende alt en ze doet dat ik beide gevallen goed. Ook de bas Brindley Sherratt heeft een dubbelrol als Cadmus en Somnus, beide zingt hij levendig, geestig. Stephen Wallace is een bevredigende Athamus.
Alles bijeen leidt dit tot een meer dan bevredigend resultaat. Andere cd opnamen bestaan van Martini (Naxos 8.570431/3), Stern (Pierre Vernay PV 704021/2) en Koch (Berlin Classics BC 2090-2). Cecilia Bartoli werkte mee aan de dvd opname van Christie (Decca 074-332-3).