CD Recensies

HÄNDEL: ORLANDO, JACOBS

Händel: Orlando HWV. 31. Bejun Mehta, Sophie Karthäuser, Kristina Hammarström, Sunhae Im, Konstantin Wolff met het B’Rock orkest o.l.v. René Jacobs. Archiv 479.2199 (2 cd’s, 2u. 39’53”). 2013

 

In 1733 wijzigde Händel zijn opera Orlando nogal drastisch om de zangpartijen optimaal aan te passen aan de mogelijkheden en vermoedelijk ook de verlangens van de zangers waarover hij toen beschikte. Aanleiding was waarschijnlijk mede de waanzinscène aan het eind van de tweede akte met de aria ‘Vaghe pupille’.

James Bowman zong die rol ooi tot vrijwel in de perfectie bij Hogwood (Oiseau Lyre 430.845-2), Christie (Erato 060-14636-2, Warner 2564-67743-0) liet hem over aan de mezzo Patricia Bardon, maar Jacobs vertrouwt men met groot succes toe aan de nieuwe ster onder de countertenoren, Bejun Mehta. Hij klinkt wel terecht dramatischer dan Bowman, daartoe ook aangezet door de weer met vooral veel vaart en de nodige verve dirigerende Jacobs.

Deze organiseerde voor de parelende reeks aria’s en duetten een haast ideale bezetting met Sophie Karthäuser als de aanvallige koningin Angelica, Sunhae Im met heldere stem in de lichtere, half komische rol van het herderinnetje Medoro en de volle bas Konstantin Wolff als de tovenaar Zoroastro.

Een heel fraaie, energieke, dramatische en ritmisch veerkrachtige verklanking is het mooie resultaat. Een plekje aan de top, boven Malgoire (K617 221/3) en Weimann (ATMA ACD 22678) en in de buurt van Hogwood en Christie is gegarandeerd.