Haydn: L’anima del filosofo, ossia Orfeo et Euridice. Uwe Heilmann, Cecilia Bartoli, Ildebrandro d’Arcangelo, Andrea Silvestrelli, Angela Kazimierczuk, Roberto Scaltriti, José Fardiha en Colin Campbell met koor en orkest van de Academy of ancient music o.l.v. Christopher Hogwood. Oiseau Lyre 452.668-2 (2 cd’s, 2u. 04’06”). 1996
Nadat in 1790 de grote maecenas van Haydn, prins Nikolaus Esterházy op het gelijknamige landgoed aan de Oostenrijks-Hongaarse grens was gestorven, raakte de componist haast automatisch in dienst van diens opvolger Anton, maar kreeg hij wel meer vrijheid om te reizen en elders opdrachten aan te nemen. Van die mogelijkheid maakte hij dankbaar gebruik, bijvoorbeeld meteen in 1791 al toen hij voor het Londense King’s Theatre L’anima del filosofo ofwel Orfeo ed Euridice schreef.
Het libretto van Carlo Badine verschilt danig van die welke eerder door Monteverdi (Striggio) en later Gluck (Calzabigi) gebruikten. Er wordt hier duidelijk meer aandacht besteed aan de personen Orfeus en Euridici. Ook kent de geschiedenis hier geen happy end: net als in de Metamorfosen van Ovidius en Miltons Orfeus wordt Orfeus tenslotte door bacchanten gelyncht. Terwijl Orfeo’s dood een anticlimax vormt, heeft deze opera wel een prachtig slotkoor. Haydn zag slim genoeg wel in dat hij voor Engeland rekening moest houden met de door Händel gevestigde koortraditie, dus zorgde hij voor koorbijdragen van Cupido’s, schaduwen en furiën.
Financiële perikelen maakten dat de opera niet in Londen zijn première beleefde, maar pas in 1951 in Florence met Maria Callas en Boris Christoff in de hoofdrollen.
Voor de onderhavige uitvoering versterkte Hogwood zijn orkest stevig (tot 12 eerste violisten) en hij weet daarmee in dramatisch opzicht indruk te maken. ER is zelfs helemaal geen gebrek aan geestige nuancen in frasering en articulatie al is de ondertoon voortdurend serieus.
De titelrol is voor Cecilia Bartoli die in haar element is en op gepassioneerde wijze een haast meer dan levensgrote Euride neerzet. Mt zijn plooibare tenor was ook Uwe Heilmann een goede keus als Orfeo, heel sympathiek, in muzikaal opzicht stijlvol.
Ook de mooi contrasterende stemmen van Ildebrando d’Arcangelo als koning Creonte, de vader van Euridice en Andrea Silvestrelli als vreesaanjagende Pluto zorgen met hun inbreng mede voor het hoge niveau van deze uitvoering.