CD Recensies

HAYDN: SYMFONIEËN NR. 1, 39, 49; GLUCK: DON JUAN

Haydn: Symfonieën nr. 39 in g H I/39, 49 in f La passione H. I/49  en 1 in D H. I/1; Gluck: Don Juan. Il giardino armonico o.l.v. Giovanni Antonini. Alpha 670 (70’41”). 2013

 

Het laatste Haydnjaar was 2009 toen zijn tweehonderdste sterfdag werd herdacht, het volgende wordt 2032 om zijn driehonderdste verjaardag te vieren. Als hij het zelf nog meemaakt wil Giovanni Antonini tot die tijd alle orkestwerken van deze componist opnemen, waarmee hij als dat lukt waarschijnlijk de eerste is die dat met een klein ensemble historiserend op oude instrumenten onderneemt. Eerdere pogingen om ten minste de 104 symfonieën en de ‘A’ en ‘B’ extra’s vast te leggen waren er  Sinds  Ernst Märzendorfer als  eerste op Musical Heritage en daarna Max Goberman en na diens door Charles Mackerras met het Orkest van de Weense Staatsopera bij de Haydn Society CBS, daarna Odyssey en Ernst Märzendorfer op Musical Heritage in de jaren vijftig en zestig. Van Leslie Jones met het Little Orchestra Londen op Nonesuch en David Blum met het Esterházy orkest op Vanguard bestonden onbekend gebleven, ten halve gekeerde ‘volledige’ versies.

In de cd periode was datzelfde lot beschoren voor Christopher Hogwood met de Academy of ancient music (Oiseau Lyre) en Roy Goodman met de Hanover Band (Hyperion/Helios), beiden met authentieke ambities. Hoewel: Goodman kwam een eind: alleen de nrs. 26-41, 51-69, 88-89, 96-100 en 103-104 ontbraken nog. Jammer want het was een veelbelovende onderneming.

En nu dan de aanzet van Antonini, nog authentieker dan zijn voorgangers want in kleinere bezetting, met minimaal vibrato en naar meteen blijkt niet in een chronologische, maar een thematische opzet. Verder is dit begin heel levendig en vervuld van Italianeske luciditeit.

Dat de twee symfonieën worden gecombineerd met een ballet van Gluck past in de tijd, maar zal niet iedereen die primair in Haydn is geïnteresseerd aanlokkelijk vinden. Erger is dat hij net niet de helft van het werk van Gluck uitvoert (15 van de 32 nummers). Bovendien ondervindt Antonini hier geduchte concurrentie van Gardiner (Warner). Of deze uitgave dan nog zo heel aantrekkelijk is?