Händel: L’allegro, il penseroso ed il moderato HWV. 55. Maria Keohane (s), Julia Doyle (s), Benjamin Hulett (t), Andreas Wolf (bs) met het Keuls kamerkoor en het Collegium Cartusianum o.l.v. Peter Neumann. Carus 83.395 (2 cd’s, 1u. 58’49”). 2013
Gelukkig is hier het deze kostelijke pastorale op tekst van Jennes naar Milton is al zijn 53 deeltjes vastgelegd. De eerste deeltjes van L’allegro – letterlijk de vrolijke mens – bezitten een spontane uitbundigheid zoals we die maar weinig bij Händel tegenkomen. Daarna bezit Il penseroso – de melancholieke mens – een contemplatieve extase zoals ze die slechts in gedeelten uit Theodora tegenkomen.
Het hele werk is doortrokken van een vrijwel pantheïstisch gevoel van verbazing en verrukking over de natuurwereld. Terwijl hij mooi de al fresco vrolijkheid van nummers als ‘Mirth, admit me of thy crew’ en ‘O let the merry bells’ alle recht doet, zorgt Neumann ervoor dat het rustig overpeinzende karakter dat de kern van dit werk vormt steeds goed tot zijn recht komt. Daarvoor neemt hij vrij brede tempi en laat hij serieus expressief fraseren. Slechts bij uitzondering, zoals in de sopraanaria ‘Straight mine eye hath caught new pleasures’ had hij wat vlotter mogen zijn. Overigens ligt dat niet aan de aangenaam warme stem van Maria Keohane die in gecontrasteerde fragmenten als de scena ‘Come pensive nun’ zowel als de romantische nocturne ‘Oft on a plat of rising ground’ weet ze te ontroeren. Samen met een solocellist blinkt ze ook uit in de welsprekende lange zwierige aria ‘But O! sad virgin’. Maar ook haar collega Julia Doyle onderscheidt zich positief in de lichtelijk klaaglijke nachtegaal aria ‘Sweet birds’. Bas Andreas Wolf klinkt mooi vastberaden in zijn menuet aria uit Il moderato en tenor Benjamin Hulett draagt stijvol bij aan ‘As steals the morn’.
Er zijn oudere alternatieven van Willcocks (Decca 433.737-2), King (Hyperion CDA 67283/4), Gardiner (Erato 4509-99723-2), Reuter (Berlin Classics BC 1147-2), Nelson (Virgin 545.417-2) en Martini (Naxos 8.557057/8).
Met een geringe voorkeur voor Neumann mogen we zeker de uitgaven van Gardiner en King niet veronachtzamen.