Händel: Arminio HWV. 36. Vivica Genaux (ms), Geraldine McGreevy (s), Dominique Labelle (s), Sytse Buwalda (ct), Manuela Custer (ms), Luigi Petroni (t) met Il Complesso barocco o.l.v. Alan Curtis. Virgin 545.461-2 (2 cd’s, 2u. 26’26”). 2000
Toen Händel in 1736 binnen achttien dagen vanwege de hevige concurrentie in Londen met de Opera of nobility zijn Armida schreef, was zijn inspiratie niet langer op een hoogtepunt, maar toch ontstond toen een gedenkwaardig stuk.
Ook het eerder door Antonio Salvi en Alessandro Scarlatti gebruikte libretto van Jean Galbert de Campistron is maar middelmatig van kwaliteit. Het sstuk gaat over de Duitse Arminico (Vivica Geneux) die is gevangen genomen door de Romeinse generaal Varo (Luigi Petroni) die verliefd is op de vrouw van Arminio Tusnelda (Geraldine McGreevy). Verder is Tusnelda’s broer Sigismondo, oorspronkelijk een castraatrol (Dominique Labelle) verliefd op Arminio’s zus Ramise (Manuele Custer) wat haar vader Segeste (Riccardo Ristori) absoluut niet bevalt.
Maar als tenslotte de Romeinen zijn verslagen sluiten alle betrokkenen vrede. Een niet bijster inspirerend gegeven, zoveel is zeker. Genaux geeft als een ware prima donna een sterke, intelligente uitbeelding van Arminio, nu eens edelmoedig, dan weer furieus, prachtig van toon. Luister naar haar ‘He was despised’. McGreevy is een heel vrouwelijke, speelser Tusnelda. Voor een teleurstelling zorgt tenor Petroni met een zwakke voordracht van zijn aria over heldenmoed en overwinning; veel beter brengt Labelle het eraf in haar precies, teer en fijnzinnig gezongen aria over slechte dromen. De begeleiding door Curtis klinkt vitaal en overtuigend. Een als geheel wel goed geslaagde cd première.