Ibert: Escales; Sarabande pour Dulcinée; Ouverture de fëte; Féerique; Divertissement; Hommage á Mozart; Symfonische suite Paris; Bacchanale. Suisse romande orkest o.l.v.Neeme Järvi. Chandos CHSA 5168 (81’06”). 2015
Jacques Ibert was door en door Frans, maar heeft ook veel gereisd. Die reizen begonnen toen hij als student aan het Parijs’ conservatorium in 1919 deelnam aan het Prix de Rome concours en de eerste prijs won, een droom van heel wat Franse componisten sinds Berlioz.
De prijs zelf was een driejaarse studie in Rome van waaruit de winnaar ‘berichten’ naar Parijs moest sturen. Aangezien hij meer van de wereld wilde zien, combineerde Ibert zijn verblijf daar met een huwelijksreis die met een cruise over de Middellandse Zee begon. Dat gaf hem het thema voor een van zijn beste ‘berichten’ en het werk dat hem beroemd zou maken: het drieluik Escales (aanleghavens). Aanvankelijk hield hij de locaties geheim, maar tenslotte werd hij overgehaald om de inspiratie te onthullen.
Zo blijkt het eerste deel een lome weergave van de haven van Palermo, het tweede deel is gebaseerd op een Arabisch gezang dat hij tijdens een woestijntocht in Tunis hoorde en de finale, Valencia is een levendig Iberisch portret dat illustreert dan niet zelden de beste Spaanse muziek door Fransen is geschreven.
Het werk is meegenomen in een lang aan Ibert gewijd programma en Järvi laat het eerste deel van Escales verleidelijk, het tweede geheimzinnig en het derde zwierig klinken.
Verder komen de korte vrij melancholieke Sarabande pour Dulcinée, uit de filmmuziek bij Don Quichotte (1933), de vlotte Feestouverture, het ontspannen Divertissement (bedoeld als toneelmuziek bij de komedie Un chapeau de paille d’Italie ofwel de Italiaanse strohoed, het uitgelaten Bacchanale voor de tiende verjaardag van BBC 3 en het portret van Iberts geboortestad Parijs in suitevorm met ‘Métro’, ‘Faubourgs’, ‘La mosquée de Paris’, ‘’Restaurant au Bois de Boulogne’ en ‘Parade foraine’ aan bod.
Na eerdere aan opnamen van Franse muziek gewijde opnamen (Chabrier en Offenbach) is het dus nu voor Järvi en zijn Geneefse orkest de beurt aan Ibert. Op deze erg goed klinkende bomvolle cd zorgt hij voor goed verzorgde, licht geabstraheerde en zeker ook sfeervolle en karakteristieke verklankingen. Bij Charles Dutoit (Decca 440.332-2) klonk Ibert hooguit nog wat sprankelender.