Ives: Symfonie nr. 2; The gong on the hook and ladder ‘Fireman’s parade on Main Street’; Tone roads nr. 1; Hymne voor strijkorkest ‘Largo cantabile’; Hallowe’en op. 11; Central Park in the dark;The unanswered question. New York filharmonisch orkest o.l.v. Leonard Bernstein. DG 429.220-2, 479.151-2 (67’32”). 1988
Als ooit een echt overtuigende ongeloofwaardige voor de huiskamer geschikte vorm van quadrafonie tot stand was gebracht, zou The unanswered question van Charles Ives een uitgelezen werk zijn geweest om dat aan te tonen. Het is namelijk een verkenning met een trompetsolo, een houtblazersgroep en een strijkorkest. Ieder van deze drie eenheden is ruimtelijk afgescheiden van de andere en houdt zich aan het eigen materiaal.
De strijkers spelen een zachte, trage sequens van akkoorden die eindeloos wordt herhaald met subtiele variaties. Tegen deze achtergrond stelt de trompet zijn ‘vraag’, een herhalende, vragende frase van zes noten. Volgens de componist is dit de eeuwige vraag van het bestaan, terwijl de strijkers ‘de stilte van de druïden, die niets weten, zien en horen’ oproepen.
Op het laatste deel na, antwoorden de dwarsfluiten (‘strijdend beantwoordende’) steeds met een chromatische, polytonale heterofonie. Terwijl de trompet onveranderd blijft, versnellen de houtblazers al luide, wilder en dissonanten, tot ze eindelijk stilvallen en de vraag nog eenmaal wordt gesteld onder de raadselachtige kalmte van de strijkers.
Binnen deze spookachtig fraaie sfeer typeert dit werk in ongeveer zeven minuten zowel Ives’ verkenningen binnen de muziek als zijn vermogen om iets diepzinnigs en vervreemdends uit het eenvoudigste materiaal op te roepren. Hij gaf het werk de ondertitel ‘A cosmic landscape’ en hoewel het niet zonder humor is, is het inderdaad een metafysische contemplatie van het mysterie van het universum. Ives schreef het werk in 1906, maar maakte daarvan in 1936 een herziene versie. Het was Michael Tilson Thomas (Sony MK 42381) die beide versies in Chicago opnam in 1986.
In 1988 maakte ook Bernstein een Ives opname die gerust historisch mag worden genoemd en die later goedkoper is heruitgegeven. Hij laat de Symfonie nr. 2 enigszins klinken of deze van Brahms is, maar verwaarloost de New England sfeer van het werk zeker niet.
Dat hij The gong on the hook and ladder, een voor Hallowe’en geschrei grap van 2’20” koos, heeft zeldzaamheidswaarde en op Tone Roads nr. 1 begeeft hij zich op een rotsig pad. Typisch een uitgave die in elke Ives collectie thuishoort.