Ivanovs: Symfonie nr. 5 in C; Karlsons: 1945. Lets Nationaal symfonie orkest o.l.v. Andris Poga. Skani LMIC/SKANI 062 (56’15”). 2017
Ivanovs: Sinfonietta; Poema luttuoso; Symfonie nr. 14 ‘Sinfonia da camera’. Sinfonietta Riga o.l.v. Normunds Sne. Skani LMIC/SKANI 068 (51’50”). 2018
De Letse componist Jānis Ivanovs (1906 - 1983) leefde een groot deel van zijn bestaan onder ongemakkelijke omstandigheden. Hij werd in een dorp in Letgallen geboren. Zijn vader diende in het tsaristische leger en tijdens W.O. I verbleef hij daardoor in Vitebsk en Smolensk, waar hij zijn eerste muziekonderricht kreeg. Na het verkrijgen van de Letse onafhankelijkheid in 1920 keerde het gezin naar Letland terug en ging Ivanovs compositie en directie studeren. In 1933 had hij beide studies met succes afgerond en erd hij dirigent, tevens geluidstechnicus van het omroeporkest, later van 1944 tot 1961 ook directeur van de omroep.
Na 1944 toen Letland in de greep van de Sovjets kwam kreeg hij het met zijn te kosmopolitische muziek moeilijk bij de autoriteiten. Van de herwonnen zelfstandigheid in 1991 heeft hij niet meer kunnen genieten.
Van zijn hand verschenen vooral orkestwerken, waaronder 21 symfonieën, nr. 5 is uit 1945, nr. 14 uit 1971 en het Poema luttuoso voor strijkorkest uit 1966 komt daartussen.
Ivanovs stijl is nog gefundeerd in de laatromantiek, de volksmuziek en het impressionisme. Vanaf de jaren vijftig werd zijn muziek dramatischer en monumentaler. Zoekend naar invloeden komt men bij Ivanovs vroege werken terecht bij Scriabin, Franck en Tchaikovsky en bij zijn latere bij Sibelius; toch heeft hij ook een eigen stem en het loont de moeite om daarmee kennis te maken. De beloning bestaat uit een aantal mooie melodieën.
De onderhavige uitvoeringen zijn meer dan adequaat en dus goed aanvaardbaar. Van Ivanos aanzienlijk jongere collega Juris Karlsons (1948) is er nog een herinnering aan het dramatische én bevrijdende jaar 1945.
Ivanovs Symfonieën nr. 2 en 3 zijn beschikbaar met hetzelfde orkest o.l.v. Dmitry Yablonsky (Marco Polo 8.223331).