CD Recensies

IBERT: MUSIQUE CONCERTANTE

Ibert: Musique concertante. Concertino voor saxofoon en 11 instrumenten; Pièces en trio voor hobo, klarinet en fagot nr. 1-5; Carignane; Interludes pour flute, violon et harpe nr. 1 en 2; Trio voor harp, viool en cello; Concert voor cello en 10 blazers. Fabrice Moretti (sax), Jacques Vandeville (h), Dominique Vidal (kl), Pascal Gallois (fag), Josette Morata (p), Patrice Bocquillon (fl), Stéphane Caussé (v), Pierre Pénassou (vc), Xavier Gagnepain (vc), Fabrice Pierre (hrp) met het Kamerorkest Jean-Louis Petit o.l.v. Jean-Louis Petit. REM 311146 (59’31”). 1991

In 1945 waagde Henri Dutilleux het over zijn collega Jacques Ibert (1890 - 1962) te zeggen: ‘Van al onze componisten is Ibert het meest authentiek Frans’. In zijn veel van zijn meestal frivole muziek verkeerde hij haast voortdurend in een   soort ‘luidruchtige jaren twintig’ stemming, Hij bouwde voort op de traditie van Chabrier en schreef weken in de sfeer van ‘ironie met een glimlach’, zoals soms ook Milhaud en Poulenc deden. 

Het tweedelige Concertino voor saxofoon en 11 instrumenten is uit 1935 en werd geschreven voor de in Duitsland geboren Amerikaanse saxofoonpionier Sigurd Raschèr (die ik eind jaren veertig ooit bewonderde tijdens een schoolconcert op het Eindhovense Lorentz lyceum) en vertoont overeenkomsten met het Concertino voor fluit. Opvallend aan het werk is het gevoel voor proporties en de briljante vormgeving. Fabrice Moretti geeft er een virtuoze, gracieuze vertolking van.

Het Concert voor cello en 10 blazers is uit 1925 met ononderbroken in elkaar overgaande delen. Een vriendelijk werk waarin de cello zich waakzaam en duidelijk afzet tegen de overmacht aan blazers en Xavier Gagnepain zijn kansen grijpt.

De overige werken zijn kleinschaliger met soms verrassende instrumentale combinaties. Het is goed ze door Franse solisten te horen spelen, want zij treffen precies de gewenste vlotte, lichte toets.