Karlowicz: Eeuwige liederen op. 10; Stanislaw en Anna Oswiecim op. 12; Litouwse rapsodie op. 11. BBC filharmonisch orkest o.l.v. Yan Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9986 (66’41”). 2001
Als lid van de Jong Polen groep stond de violist/componist Mieczyslav Karlowicz (1876-1909) weliswaar voor nieuwe, eigen ontwikkelingen in de Poolse muziek, in de praktijk schreef hij werken waaraan gedachten uit het pantheïsme ten grondslag liggen en waarin hij niet ontkwam aan laatromantische invloeden van Bruckner, Wagner, Tchaikovsky en Scriabin en de filosofische dito’s van Richard Strauss.
Zo vervangt hij in het driedelige symfonische gedicht Eeuwige liederen uit 1906 Schopenhauer door Nietzsche in een door diens Also sprach Zarathustra geïnspireerd werk over de ‘betekenis van het leven’ en ‘liefde en dood’ rond een ‘eeuwigheids’ thema. Het is een interessante variant op Strauss’ werk en Scriabins Poème de l’extase.
Stanislaw en Anna Oswiecim uit 1907 is wel omschreven als een travestie van Romeo en Julia. Hier wordt de verboden inteelt liefde van broer en zus Stanislaw en Anna behandeld. Het programmatische werk is dienovereenkomstig gebouwd op twee thema’s, een toegeeflijk vrouwelijk en een kernachtig bezittelijk manlijk en werkt naar een turbulente climax toe, waarna het culminerevnd eindigt met beider dood.
Hierna is de vriendelijk klinkende Litouwse rapsodie (1906) een minder bombastische verademing. Alleen is het werk wat lang uitgevallen, zeker voor wie de gebruikte volksmelodieën niet bekend zijn.
Wat van de al op 33-jarige leeftijd bij een lawine in de Tatra’s omgekomen componist had kunnen worden, zullen we helaas nooi weten. Een warmer pleidooi dan dit van Tortelier voor zijn orkestwerken is moeilijk voorstelbaar.