Keuris: Kwartet voor orkest 1967, Utrechts symfonie orkest o.l.v. Paul Hupperts; Play 1967, Herman Braune (kl) en Agnès Benoist; Choral music nr. 1 1969, Radio kamer filharmonie o.l.v. Henrik Schaefer; Saxofoonkwartet 1970, Nederlands saxofoon kwartet; Pianosonate 1970, René Eckhardt; Altsaxofoonconcert 1971, Arno Bornkamp met de Radio kamerfilharmonie o.l.v. Hans Leenders; Concertante muziek 1973, Ensemble M o.l.v. David Porcelijn; Muziek voor viool, klarinet en piano 1973, Lars Wouters van den Oudenwater (kl), Naomi Peters (v), Jan Gruithuyzen (p); Sinfonia 1974, Rotterdams filharmonisch orkest o.l.v. Edo de Waart; Fantasie voor fluit 1976, Thies Roorda; Serenade voor hobo en orkest 1976, Frank van Koten met het Brabants orkest o.l.v. Lucas Vis; Fingerprints 1976, Ralph van Raat (p); Concertino voor basklarinet en strijkkwartet, Harry Sparnaay met het Gaudeamus kwartet; Vioolsonate 1977, Emmy Verhey en Carlos Moerdijk; Capriccio voor 12 blazers en contrabas 1978, Radio kamerfilharmonie o.l.v. Hans Leenders; Pianoconcert 1980. Theo Bruins met het Rotterdams filharmonisch orkest o.l.v. Richard Dufallo; Miniaturen nr. 1-8, 1980, Nieuw ensemble o.l.v. Otto Ketting; Movements 1981, Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink; Divertimento voor piano, 5 blazers, viool en contrabas 1982, Ensemble van het Koninklijk conservatorium, De Haag o.l.v. Frank Zielhorst; Strijkkwartet nr. 1 1982, Orpheus strijkkwartet; Stukken voor basklarinet en kamerorkest nr. 1-7 1983, Harry Sparnaay met de Radio kamerfilharmonie o.l.v. Henrik Schaefer; Kwartet voor 4 klarinetten 1983, Nederlands klarinet kwartet; Pianotrio 1984, Storioni trio; Vioolconcert nr. 1 1984, Joan Berkhemer met het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Elgar Howarth; Strijkkwartet nr.2 1985, Raphael kwartet; Variaties voor strijkorkest 1985, Radio kamer filharmonie o.l.v. Henrik Schaeffer; Music for saxophones 1986, Aurelia saxofoon kwartet; Concert voor 4 saxofoons en orkest 1986, Rascher saxofoonkwartet met het Radio filharmonisch orkest o.l.v. Otto Tausk; Symphonic transformations 1987, Radio filharmonisch orkes o.l.v. Micha Hamel; Aria voor fluit en orkest 1987, Ingrid Geerlings met de Radio kamerfilharmonie o.l.v. Henrik Schaeffer; Aria voor fluit en piano 1987, Jacques Zoon en Bernd Brackman; To Brooklyn bridge 1988, Nederlands kamerkoor, Aurelia saxofoon kwartet en Residentie orkest o.l.v. Anne Manson; Stukken voor koperblazers nr. 1-5 1988, Concertgebouworkest; Klarinetkwintet 1988, George Pieterson met het Orlando kwartet; Variaties voor 31 blazers en slagwerk ‘Catena: Refrain and variations’, Concertgebouworkest o.l.v. Edo de Waart; Intermezzo voor 9 blazers 1989, Leden Residentie orkest o.l.v. Wim Roerade; Sonnetten nr. 1-3 1989 John-Edward Kelly (sax) met het Residentie orkest o.l.v. Jurjen Hempel; Canzone voor klarinet 1990, Esther Milsbeek; Michelangelo liederen nr. 1-3 1990, Jard van Nes (ms) met het Gelders orkest o.l.v. Lucas Vis; Passegiate 1990, Loeki Stardust kwartet; L’Infinito 1990, Nederlands kamerkoor en Residentie orkest o.l.v. Anne Manson; Antologia 1991, Concertgebouworkest o.l.v. David Robertson; Concert voor 2 celli en orkest 1992, Ralph Kirshbaum, Gregor Horsch met het Radio symfonie orkest o.l.v. Pascal Rophé; Laudi 1993, Jard van Nes (ms), David Pittman-Jennings (b), John-Edward Kelly (sax), het Groot omroepkoor en het Radio filharmonisch orkest o.l.v. David Porcelijn; Orgelconcert 1993, Leo van Doeselaar met het Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly; Préludes voor orkest nr. 1-4 1994, Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly; Strijksextet 1994, Valerius ensemble; Symfonie in D 1995. Radio kamerorkest o.l.v. Peter Eötvös; Concert voor accordeon en instrumentaal ensemble 1995, Miny Dekkers met de Radio kamerfilharmonie o.l.v. Micha Hamel; Vioolconcert nr. 2 1995, Yayoi Toda met het Radio kamerorkest o.l.v. Peter Eötvös; Arcade 1995. Radio filharmonisch orkest o.l.v. David Porcelijn. Quattro Live QL 2009-02 (11 cd’s + 1 dvd, 13u. 00’08”). 1969-2009
Een paar dagen intensief luisteren naar de hier gelukkig bijeengebrachte radio opnamen met gelukkig bewaarde werken uit de periode 1969 (toen hij als student van Ton de Leeuw en Joep Straesser de compositieprijs won) tot 1995 is in verschillende opzichten onthullend. Dat betreft vooral de veelzijdigheid, de dominantie van werken voor saxofoon(s) en klarinet(ten), de afwezigheid van meer pianowerken, maar ook de bewondering voor de vele vormen.
Het voor Elsevier gemaakte interview van 27 januari 1985 uit de rubriek Componistenportretten loont om nog eens herlezen te worden; de discografie daarbij vermeldt slechts de toen beschikbare losse opnamen van voornamelijk Donemus.
Van deze Tristan Keuris (03-10-1946 – 15-12-1996) zou men kunnen zeggen dat hij internationaal beroemd was in Nederland. Hij was dan wel niet solitair, maar in de muziekwereld toch een eenling met een krachtige eigen stem. Zijn oeuvre kan worden beschouwd als een woning met veel mooi gedecoreerde kamers en gevulde kasten die na zijn dood onbewoond bleef met het risico op dreigende vergetelheid.
Misschien geen wonder van iemand die in 1979 in een interview verklaarde: “Ik heb me heel erg lang kwaad gemaakt over de Nederlandse muziek, over wat werd geschreven. Maar ik ben een eenling en heb met weinig andere componisten contact. Dan verdwijnt je woede op den duur”. Andere uitspraak: ‘Ik hoor niet tot een groep, en ook niet tot een generatie’.
Die woede werd gewekt door het feit dat men hem verweet ‘te makkelijk toegankelijke’ muziek te componeren. Inderdaad heeft Keuris zich inderdaad nooit volledig met serialisme – hoewel hij zich bij Ton de Leeuw de principes daarvan wel eigen maakte - of andere extreme avant gardistische uitingen bezig gehouden. Zijn idolen waren niet de Nieuwe Weense school, Boulez en Stockhausen, maar Tchaikovsky, Mahler en Stravinsky. Geen wonder voor iemand die als motto heeft: ‘Ik wil een verhaal vertellen’.
Dat verhaal vertelt hij aan de hand van als regel conventionele vormen, zoals sonate, kwartet, serenade en concert, maar zonder enigerlei blijk van vals neoromantisch sentiment. Dankzij zijn sublieme instrumentatiekunst was Keuris rond 1970 een van de eersten die weer voor symfonieorkest componeerde. In 1974 vestigde hij met de Sinfonia die een blauwdruk vormde voor een stel latere composities zijn naam op internationale podia.
Orkestwerken in veelal traditionele genres zijn de rode draad in Keuris’ oeuvre, maar dan wel in een nieuw jasje, zonder vals neoromantisch sentiment.
Pas eind jaren tachtig doet de zangstem haar intrede en laat hij de formele titels enigszins los. Werken uit deze periode als To Brooklyn Bridge (1988), Three Michelangelo Songs (1990) en Laudi (1993) zijn niet alleen hoogtepunten uit Keuris’ werk, maar ze nemen ook in de Nederlandse hedendaagse muziek een markante plaats in.
In het orgelconcert (1993) speelt het orgel nauwelijks een echte solistische rol. Het instrument mengt zich voortdurend met de kleuren van het orkest.
Lang niet alle plichtmatig geschreven opdrachtwerken zijn interessant, maar behalve de Sinfonia zijn het vooral latere werken als Laudi voor koor en orkest uit 1993, Arcade uit 1995 en de symfonie in D, een omwerking van het strijksextet.
Deze met zorg vormgegeven box bevat alle gepubliceerde composities van Tristan Keuris. Musicoloog Leo Samama verzorgde de bespreking van elk werk afzonderlijk. Met deze box is Keuris’ muziek tenminste behoorlijk uitgevoerd en goed klinkend bewaard. Het belang van deze uitgave kan daarom niet hoog genoeg worden aangeslagen.