Krenek: Reisebuch aus dem österreichischen Alpen op. 62; Zemlinsky: In der Ferne; Wandl’ ich im Wald des Abends; Die schlanke Wasserlilie; Waldgespräch. Florian Boesch (b) en Roger Vignoles (p). Hyperion CDA 68158 (59’09”). 2015
Van Kreneks Reise aus dem österreichischen Alpen, een cyclus van twintig liederen op eigen teksten uit 1929, bestaan al opnamen van Markus Köhler en Reinhard Schmiedel (CPO 999.203-2) uit 1955 en van Wolfgang Holzmair en Gérard Wyss (Philips 454.446-2) uit 1995.
Het onbekende werk verdient na deze nieuwe opname te hebben gehoord grotere bekendheid als een twintigste eeuwse voortzetting van de grote Duitse liederentraditie. Meteen vanaf het eerste lied blijkt dat al. Schubert lijkt het uitgangspunt, maar in stilistisch opzicht omvatten deze liederen de hele negentiende en het eerste kwart van de twintigste eeuw inclusief iets van het atonale gebied van de Tweede Weense school, zowel als van de volksliedtraditie van eerdere generaties.
Het gaat om kritische waarnemingen met een soms ironisch of sardonisch karakter en toespelingen op de risico’s die het landschap bedreigen.
Boesch en Vignoles weten deze caleidoscopische stijlen op heel natuurlijke wijze onder één noemer te brengen, daarbij alle stemmingen raak te treffen en ze geven al even idiomatische vertolkingen van een viertal liederen van Zemlinsky die prachtig in dit recital passen.
Een staaltje van groot kunnen, juist door de toegevoegde waarde van gelaten kalmte. Dit is gewoon de beste opname van Kreneks op. 62.