Krenek: Symfonische elegie op.105; Stukken voor strijkorkest op.146 nr. 1-7 ‘Sieben leichte Stücke’; Adagio en fuga; Korte stukken op. 115 nr. 1-5; Symfonisch stuk op. 86; Sinfonietta a Brasileira op. 131. Wroclaw kamerorkest Leopoldinum o.l.v. Ernst Kovacic. Capriccio 5033 (78’08”). 2008
Wat Ernst Krenek (1900 – 1991) betreft, valt fonografisch nog veel muziek te ontsluiten. Hier wordt daaarmee een begin gemaakt door werken voor strijkorkest te bundelen. Op de negen minuten durende Symfonische elegie ‘In memoriam Anton Webern’ uit 1946 na die lang geleden eens door Dimitri Mitropoulos in 1951 in New York werd opgenomen en op LP in de Philips Moderne Muziek verscheen, is al dit materiaal als nuttige cd première,
Adagio en fuga (1966) zijn feitelijk niet meer dan twee delen uit het strijkkwartet nr. 6 op. 78 voor een grotere bezetting. De invloed van Webern is hier speurbaar.
In 1939 ontstond in de V.S. op bestelling van Paul Sacher en diens kamerorkest het serieuze Symphonisches Stück op. 86 dat met zijn lange melodielijnen eerder verwantschap met Berg vertoont.
De beide Suites bevatten korte delen waaran die met de Sieben leichte Stücke op. 146 (1955) het interessantst is als ‘gebruiksmuziek à la Hindemith. De titel Sinfonietta a Brasileira (1952) voldoet helaas niet aan de verwachting van bruisende muziek met levendige Zuid Amerikaanse dansmelodiek. Het werk is eigenlijk een wat saaie anticlimax.
Veel waardering echter voor het Leopoldinum orkest dat goed verzorgde, fraai klinkende en heldere, warmbloedige vertolkingen geeft zodat deze stukken heel toegankelijk worden.