Kabalevsky: Ouverture Colas Breugnon op. 24; Pianoconcerten nr. 2 in g op. 23 en 3 in D op. 50; Suite De komedianten op. 26. Kathryn Stott met het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Vassily Sinaisky. Chandos CHAN 10052 (61’45”). 2002
Wie was Colas Breugnon? De kleurige hoofdfiguur uit de gelijknamige in Bourgondië spelende novelle van Romain Rolland die in 1938 door Dmitry Kabalevsky gemuteerd tot Kola Bryun’yon tot een opera werd verwerkt (en later door Tadeusz Baird tot een zesdelige suite voor fluit en orkest uit 1951, o.a. te vinden op EMI 565.418-2 en DUX DUX 0373). Van de volledige opera bestond ooit een opname door Georgy Zhemchuzhin op Olympia 291, maar de losse ouverture is al even kleurig en energiek als het verhaal suggereert. Muziek in de geest van Glinka’s ouverture Russlan en Ludmilla en Shostakovitch’ Feestelijke ouverture.
Zo is de suite uit De komedianten lichte muziek uit dezelfde stal als de balletsuites van Shostakovitch in typisch opgewekte Sovjet stijl.
Substantiëler zijn de pianoconcerten. Het tweede uit midden jaren dertig vorige eew heeft wel iets van het concert van Khatchaturian, maar klinkt aanzienlijk minder opgeblazen. Zeker als het zo subtiel , spiritueel en geestig wordt aangepakt als door Kathryn Stott. Nog geestiger is het derde concert dat ooit door de 17-jarige Ashkenazy ten doop werd gehouden. Jeugdig élan helpt hier inderdaad en de humor houdt ook wat toespelingen op Beethovens vijfde concert in het passagewerk uit de finale in. Ook het orkest zet tongue in cheek zijn beste beentje voor. Zo kunnen we goed wat geestige trekken van deze Kabalevsky ontdekken.