Korngold: Das wunder der Heliane op. 20. Annemarie Kremer (s., Heliane); Aris Argiris (b., der Herrscher), Ian Storey (t., Der Fremde), Katerina Hebelková (a., Die Botin), Frank van Hove (bs., Der Pförtne), Nuttaporn Thammathi (t., Der Schwertrichter) en György Hanczár (t., Der junge Mann) met Freiburgse koren en het Freiburgs filharmonisch orkest o.l.v. Fabrice Bollon. Naxos 8.660410/2 (3 cd’s,  2u. 41’37”). 2017  

Zelf beschouwde Korngold zijn opera Das Wunder der Heliane uit 1923 als zijn meesterwerk, hoewel hij nooit succes had met het werk als mystiek religieus concept. Dat zal liggen aan de nogal moeilijk te volgen handeling en aan het feit dat deze saaie momenten kent.

Maar er zijn ook mooie momenten, zoals in de aria’s van Heliane ‘O wüstet ihr, wie weh es mir ist um euch’ en ‘Ich ging zu ihm’. Annemarie Kremer heeft de stamina en de dramatische kracht om wat moois van de titelrol te maken. Als haar man, de heerser, toont Aris Argiris als heerser een naar, wraakzuchtig karakter. De kleinere rollen zijn goed bezet met waarschijnlijk plaatselijke krachten. 

Lotte Lehmann zong de première in Wenen van het verhaal over de verlossende kracht van de liefde ten opzichte van onrechtvaardigheid en tegenspoed. 

Das Wunder der Heliane met zijn humane boodschap is zeker de aandacht van de operaliefhebber waard in onze vaak wrede wereld. De enige andere opname van deze opera is van John Mauceri met o.a. Anna Tomowa-Sintow (Decca 436.636-2) uit 1992 die verscheen in de serie Entartete Kunst.