Kreisler: Prelude en allegro in de stijl van Pugnani; Syncoption; Schön Rosmarin; Liebesleid; Liebesfreud; Polinchinelle; Tambourin chinois; Gluck, ‘Dans van de zalige geesten’ uit Orphée et Eurydice (bew.); Marsch der Spielsoldaten; La chasse; Caprice viennois op. 2; ‘Allegretto’ in de stijl van Boccherini; ‘Danza primavera uit Falla’s La vida breve (bew.); Dvorak Slavische dans op. 72/2 (bew.); Marche miniature viennoise; Recitatief en scherzo caprice op. 6; Tartini: Duivelstriller sonate in g (bew.). Jack Liebeck en Katya Apekisheva. Hyperion CDA 68040 (68’53”). 2013
De sinds 1925 ingevoerde elektrische manier van muziekregistratie via microfoons gaf een waarheidsgetrouwer beeld dan de daarvoor gebruikte akoestisch methode. Dat was onder meer net op tijd om het spel van de grote Weense violist Fritz Kreisler (1875-1962) vast te leggen. Veel daarvan is dankzij heruitgaven thans nog beschikbaar, bijvoorbeeld zijn opnamen van eigen en andermans werk met zijn vaste Amerikaanse begeleider Carl Lamson (Biddulph LAB 075).
Kreisler was heel bedreven in het componeren en uitvoeren van korte stukken die tegenwoordig hooguit nog als toegift uit zijn publicatie Alt-Wiener Tanzweisen klinken. Pas veel later erkende hij dat veel van zijn ‘arrangementen van werk van vroegere componisten eigenlijk zijn eigen werk waren.
Op deze cd spelen Jack Liebeck en Katya Apekisheva een selectie van achttien bekende en minder bekende composities van Kreisler met een mengeling van zijn fluwelen toon, een veelzeggend vibrato en rubato en Weense charme, maar gelukkig ontdaan van een hinderlijke fondantlaag.
Blijken van grote virtuositeit worden gegeven in de knappe vertolkingen van Recitatief en scherzo en natuurlijk in de Duivelstrillersonate van Tartini.
Jack Liebeck en Katya Apekisheva vormen een ideaal duo om Kreisler met het juiste gevoel te interpreteren.