CD Recensies

KOSENKO: PIANOWERKEN

Kosenko: Gedicht legenden op. 12 nr. 1 en 2; Mazurka’s op. 3 nr. 1-3; Pianosonate nr. 2 in cis op. 14; Scriabin: Poèmes op. 32 nr. 1 en 2; Mazurka’s op. 3 nr. 1, 3, 5; Pianosonate nr. 2 in gis op. 19. Violina Petrychenko. Ars Produktion ARS 38.153 (60’32”). 2014

 

Op haar Slavic nobility getitelde debuut cd breekt de Oekraïnse pianiste Violina Petrychenko een lans voor het werk van haar landgenoot Viktor Stepanovich Kosenko (1896-1938). Een titel die slaat op de nobele afkomst van beide componisten.

Enige jaren eerder was haar landgenote Natalya Shkoda begonnen met een opname van diens volledige pianowerken, te beginnen met zijn elf Études in de vorm van oude dansen  op (Toccata TOCC 0036) en vervolgend met de Pianosonates nr. 1-3 (Centaur CRS 3109). Veelal werken in de laatromantisch traditie met soms volksmuziek invloeden.

Kosenko groeide vooral op in Polen, studeerde in St. Petersburg en keerde in 1919 na de revolutie terug naar zijn Oekraïnse vaderland waar hij achtereenvolgens in Zhytomir, Charkov en Kiev werkzaam was. Het is aardig dat deels dezelfde soortige werken van de beiden vrij jong gestorven Kosenko en Scriabin om en om zijn vastgelegd.

De Gedicht legenden zijn dromerig van aard, de Mazurka’s zijn uitgesproken Chopinesk en de driedelige Pianosonate nr. 2 is enigszins Scriabinesk, maar verder ook behoorlijk origineel. Het is zo aardig om vast te stellen dat de muziek van Kosenko zeker niet onderdoet voor die van Scriabin.

Violina Petrychenko bewijst ons met haar heel mooie vertolkingen een grote dienst.