Koechlin: Strijkkwartetten nr. 1 in nD op. 51 en 2 op. 57. Ardeo kwartet. Arre-se AR 2006-3 (61’32”). 2006

Voor zover het uit ruim 250 composities bestaande oeuvre van Charles Koechlin (1867-1950) al bekend is, berust die bekendheid vooral op exotische werken als Le livre de la jungle (Segerstam, Marco Polo 8.223484 en Bedford, Accord 480.079-2) en Les heures persanes (Segerstam, Marco Polo 8.223504 en Holliger, Hänssler CD 93.125). 

Maar hij schreef ook abstracte muziek, zoals blijkt uit dit tweetal Strijkkwartetten dat tussen 1911 en 1916 vorm kreeg op basis van vroegere invallen. Strijkkwartet nr. 1 is opgedragen aan zijn contrapuntleraar André Gédalge wat waarschijnlijk de erg strikte contrapuntische opzet van het werk verklaart. Het tracht de ritmische vrijheid van het Renaissance contrapunt na te bootsen door een bijna voortdurende verandering van maatsoorten en het gebruik van soms quasi-gregoriaans aandoende thema’s.

Strijkkwartet nr. 2 werd later omgewerkt tot de Symfonie nr. 1 op. 56bis uit 1926 en valt vooral op door harmonische experimenten, hoewel ok hier het contrapunt een dominante rol speelt. Zo is de finale een grootse fuga in een orkestrale schrijfwijze die duidelijk vooruitloopt op die Symfonie.

Twee zeer opmerkelijke composities die ook iets zonderlings hebben in hun persoonlijke trekken, wat natuurlijk juist kenmerkend is voor deze componist.