Koželuch: Sinfonia’s in F op. 22/2, P1/4, D ‘L’arlecchino’ P 1/1, G op. 24/3, P 1/8 en D P. 1/D3. Tsjechisch kamerfilharmonisch orkest Pardubice o.l.v. Marek Štliec. Naxos 8.57372 (65’45”). 2017
Na eerst bij zijn oom Jan Antonin in Praag te hebben gestudeerd, ging Leopold Antonín Leopold Antonín Koželuch (1747 - 1818) naar Wenen waar hij zich verder bekwaamde bij Albrechtsberger en bevriend raakte met Mozart en Beethoven. Na de dood van Mozart werd hij in 1791 benoemd als hofkapelmeester en Kammerkomponist en speelde ter plaatste een een prominente rol om later weer vrijwel vergeten te worden.
Veel van zijn werken zijn verloren gegaan, maar van zijn symfonieën bleven achttien bewaard. De meeste daarvan zijn aan het begin van zijn werkzaamheden in Wenen geschreven en drie- of vierdelig van vorm in een Haydn-Mozart-achtige trant.
Naxos stelde zich tot taak om deze bondige composities algemeen toegankelijk te maken met een Tsjechisch ensemble en bracht de eerste aflevering uit op Naxos 8.573627. Dit is het vervolg en wat we te horen krijgen is door een bekwaam vakman geschreven, mooi gestructureerde muziek met een heel levendig en melodieus karakter. Wat opvalt, is het vrije gebruik van de houtblazers. Soms nemen pauken en trompetten wel deel aan het discours, soms ook niet.
Plezierige typisch Weens-classsicistische muziek in een te verwachten patroon die op z’n best klinkt in deze spirituele vertolkingen.