CD Recensies

KRAFT: PAUKENCONCERTEN NR. 1 EN 2; OCTOPUS

Kraft: Concert voor pauken en orkest nr. 1; Pianoconcert; Evening voluntaries; Veils and variations. Thomas Atkins (pauken), Mona Golabek (p) met het Alabama symfonie orkest o.l.v. Paul Polivnick, c.q. Jeff von der Schmidt (hrn) c.q. Berkeley symfonie orkest o.l.v. Kent Nagano. Harmonia Mundi HMU 90.7106 (76’18”). 1992

Kraft: Concerten voor pauken en orkest nr. 1 en 2 The grand encounter; Octopus. Thomas Atkins, David Herbert met resp. Alabama symfonie orkest en het Silicon Valley symfonie orkest o.l.v. Paul Polivnik. Laurel records LR 867 (48’14”). 1988/2013 

Concerten voor pauken en orkest behoren tot de uitzonderingen al moeten die er al zijn geweest in de baroktijd, bijvoorbeeld van de verder onbekende Duitse componist Johann Fischer die een Symfonie voor acht pauken moet hebben geschreven. 

Maar sinds de technische ontwikkelingen aan de pedaalpauk werden de mogelijkheden van het instrument stukken groter. Een der eersten die daarvan gebruik maakte, was Richard Strauss met een belangrijke bijrol voor de pauken in zijn Burleske. Denk ook wat verder terug aan Beethoven die in de cadens van zijn tot pianoconcert omgewerkte vioolconcert ook de pauken een belangrijke rol gaf.

Na de introductie van het Concert voor orgel, pauken en strijkorkest van Poulenc uit 1938 (LPO Live 0081) en Bartóks Muziek voor snaren, slagwerk en celesta uit 1936 kregen paukenisten het drukker, getuige composities van Philip Glass met zijn Concert fantasie voor 2 slagwerkers (Naxos 8.573205), Kalevi Aho net het Concert voor pauken en orkest (BIS SACD 2306) en Kurt Schwertsik idem met een nog niet opgenomen werk uit 1988, Met zijn Concert voor slagwerk leverden ook Joseph Schwantner (Albany TROY 999) en James MacMillan (Veni, veni Emmauel, RCA 09026-61916-2) ook wezenlijke bijdragen.   

En dan is er de Amerikaan William Kraft (1923) die als paukenist in Los Angeles begon. Hij schreef 2 Paukenconcerten het eerste in 1984, het tweede in 2005.

De componist omschrift zijn stijl als neo-impressionistisch maar daar kan men twijfels bij hebben, Concert nr. 1 past better in het neoclassicisme van Stravinsky. Interessant is dat daar ook 27 gestemde gongs enn nieuwe instrumenten als de flexatone, de vibraslap en de ‘brake drum’ in voorkomen.

Concert nr. 2 vergt uitgebreider instrumentarium aan de paukenkant (15 speciaal hiervoor gebouwde instrumenten). Hij experimenteerde daar eerst mee in Octopus dat solistisch wordt gespeeld. Geen wonder dat het concert exotischer klinkt.

Waar het tenslotte op aankomt, is dat alle uitvoeringen van de solisten onberispelijk zijn en dat Polivnik keurig begeleidt.