Khrennikov: Vioolconcerten nr. 1 op. 14 en 2 in C op. 23; Pianoconcerten nr. 2 op.21 en 3 in C op. 28. Vadim Repin en Maxim Vengerov (v), Evgeny Kissin en Tikhon Khrennikov (p) met het Tchaikovsky omroeporkest Moskou o.l.v. Vladimir Fedoseyev. Brilliant Classics 9448 (70’59”). 1988
Toen de Russische componist Tikhon Khrennikov 14 augustus 2007 stierf, ging niet belaald een rouwgolf door de wereld. Buiten eigen land werd hij vooral herinnerd als de man die met ijzeren hand heerste over het USSR muziekleven tijdens Stalin, hoe hij Prokofiev, Shostakovitch en andere getalenteerde componisten van de zogenaamde Zhdanovshchina als Schnittke, Denisov, Ustvolskaya, Goebaidulina, Pärt en Silvestrov aanviel. Met die handeligen zal hij niet populair zijn geworden.
Maar behalve een machtsbeluste man was hij ook iemand die patriottische, best pakkende, maar wat te gemakkelijke melodieën schreef en deze vaak niet zo goed orkestreerde.
Wie objectief een idee wil krijgen van de kwaliteit van Khrennikovs werk en daar niet te veel geld voor wil uitgeven, is goed bediend met deze cd die drie door destijdse wonderkinderen, die later zo snel ze konden de Sovjet Unie ontvluchtten, gespeelde concerten bevat. In her vierde is de componist zelf solist.
Meest energieke, maar niet erg imponerende en beklijvende muziek, maar wel succesvol gespeeld en opgenomen.