Kalkbrenner: Sextet voor piano en strijkers in G op. 58; Fantasie voor piano On the Scottish air We’re a’ noddin’ op. 60; Septet voor piano, 4 blazers en 2 strijkers ‘Grand quintetto’ in A op. 132. Konstanze Eickhorst met het Linos ensemble. CPO 777.850-2 (70’35”). 2012
Friedrich Kalkbrenner (1785 - 1849) was een in Kassel geboren Duitse componist en pianist die naar Wenen ging, les had van Salieri en daarna terecht kwam in Parijs waar zijn reputatie al tijdens zijn leven werd overschaduwd door Chopin en Liszt. Hoe variabel zijn composities ook zijn, het is niet terecht hem helemaal te veronachtzamen.
Hij mag dan in de negentiende eeuw een slechte pers hebben gehad, arrogant zijn genoemd en veroordeeld zijn om pianowerken die behalve virtuoos vertoon weinig substantie hebben wat hem een status bezorgde die te vergelijken is met de positie van Hummel, Cramer en Field.
In de Fantasie on the Scottish air We’re a’ noddin’ op een humoristische melodie die voorkwam in een stuk, gebaseerd op een stuk uit ‘Montrose’ of ‘Children of the mist’ van Walter Scotts Tales of my landlord uit 1822 kan hij zich 11’35” in 2/4 maat uitleven.
Maar in de grootschaliger kamermuziek toont hij meer allure en persoonlijkheid. Onbegrijpelijk is alleen dat een auteur een septet de titel ‘Grand quintetto’ geeft.
Belangrijker is dat Konstanze Eickhorst met het Linos ensemble zo’n warm pleidooi voor hem houden waarnaar ik inmiddels een paar keer met genoegen heb geluisterd. Misschien is het de moeite om ook eens zijn Pianoconcerten met Howard Shelley als solist (Hyperion CDA 67843) en wat van zijn Pianosonates door Luigi Gerosa (Dynamic CDS 7661) te proberen.