CD Recensies

KARLSONS: KOORWERKEN

Karlsons: Oremus; Adoratio; Le lagrime dell’anima; Ora pro nobis. Agnese Paunina (s), Agate Pooka (s), Ieva Ezeriete (s), Pēteris Vaicovskis (b) en Vestards Šimkus (p) met Sinfonietta Riga en Lets omroepkoor o.l.v. Sigvards Klava. Ondine ODE 1342-2 (65’30”). 2014/8

Voordat hij zich op het componeren toelegde was de in 1948 geboren Juris Karlsons van 1968 tot 1975 geluidstechnicus bij de Letse omroep, maar hij had ook compositie gestudeerd bij Jānis Ivanovs, bij wie hij in 1972 afstudeerde.

Op deze cd zijn z’n betrekkelijk korte Oremus (2018) en Ora pro nobis (2019) verenigd met het langere Le lagrime dell’anima voor koor en piano (2013) en de uitvoerige ééndelige Symfonie in vier onderdelen voor koor en piano Adoratio (2010) dat met 33’28” het langste werk is. Het werd voor dit koor geschreven en klonk voor het eerst tijdens het Witte Nachten festival.

De heel pure werken zijn geladen met diepe Lutherse religieuze gevoelens en ontsproten in een wereld met een geweldige koortraditie. Dat is terug ye vinden in de grote precisie van de zang. Maar er is meer: Karlsons en in zijn kielzog Sigvards Klava weten de menselijke stem te laten stralen, glinsteren en waar nog ook te laten flonkeren.

Het is verrassend om te ervaren dat de tekst van het berustende Oremus is ontleend aan Dei verbum, de dogmatische verklaring van het tweede Vaticaanse concilie. Geen wonder dat er iets van Messiaense extase in te horen is met suggesties van een ondes martenot.

In Le lagrime dell’anima (tranen van de ziel) beeldt de piano vallende tranen uit. De tekst van het korte gedicht is geschreven door de componist

op een mooie zomeravond toen de sterren de een na de ander gingen flonkeren.

In het voor Klava geschreven eerbetoon aan Maria Ora pro nobis doemen in de fluisteringen even herinneringen aan Steve Reich op. Aan de solisten en het koor worden zware eisen gesteld alsof ze in een klanklaboratorium werken, waar ze ook goed kunnen omgaan met kwarttonen en boventonen. Allen voldoen wonderbaarlijk aan die zware eisen en exploreren de zangkunst op soms haast mysterieuze wijze ten voeten uit. Het klinkt alles heel bijzonder en op een bepaalde manier heel authentiek.