Kreek: The suspended harp of Babel. ‘The sun shall not smite thee’; ‘Whist great is our poverty’; ‘Jacob’s dream’; ‘From heaven to earth I come’; ‘Bless the Lord, my soul’; ‘Awake, my heart’; ‘Orthodox vespers’; ‘Do the birds worry?’; ‘Lord, I cry unto thee’; ‘He, who lets God prevail’; ‘By the rivers of Babylon’; Ambrosini, bew. Eller: ‘The last dance’; Machaut: O Jesus, thy pain’ (Dame, vostre doulz viaire (bew. Ambrosini en Eller). Marco en Angela Ambrosini (nyckelharpa), Anna-Liisa Eller (kannel) en Vox Clamantis o.l.v. Jaan Eik Tulve. ECM 481.904-1 (69’41”). 2018
Wat Bartók destijds in Hongarije deed als verzamelaar van volksmuziek, deed Cyrillius Kreek (1889 - 1962) in Estland. ‘Mijn religie is Est te zijn’, merkte hij ooit op. Hij studeerde in in zijn geboorteplaats Haapsalu en bleef daar zijn leven lang wonen, afgezien van wat studiejaren in St.Petersburg.
Zo’n dertienhonderd geestelijke en wereldlijke liederen heeft hij bij elkaar gebracht en genoteerd. Driekwart daarvan bewerkte hij voor koor met gebruikmaking van oude bronnen en eigentijdse nieuwe stromingen. Een haast onuitputtelijke bron die tijdens een jaarlijks festival wordt gekoesterd en waaruit dirigent Tulve dankbaar putte.
Het materiaal op deze cd bestaat uit hymnisch stralende psalmen en bekoorlijke volksliederen. Deze zijn interessant aangevuld met op de Zweedse nyckelharpa en de Este kannelluit gespeelde instrumentale fantasieën en tussenspelen die speciaal voor deze opname zijn gemaakt.
Ontroerende muziek van een diepe eenvoud en een grote helderheid die door instrumentalisten ingetogen maar warm van binnen gloeiend ten gehore worden gebracht en door het ontroerend mooi en goed zingende koor Estland als bakermat van grootse koorzang alle eer aandoen. De instrumentale gedeelten zijn eveneens heel typerend.
Meer moois van Kreek is te horen op de cd ‘Requiem’ met tevens de Psalmen 137, 121, 141, 104 van Arvo Volmer (Alba Records ABCD 229) uit 2005.