Kreisler: Volledige opnamen, deel 9. Albéniz: ‘Malagueña’, ’Tango’ uit España (bew. Kreisler); Zigeuner Capriccio; Schön Rosmarin; Falla: ‘Canción’ uit Canciones populares españolas (bew. Kochanski), ‘Danza primera’ uit La vida breve (bew. Kreisler); Dvorak: Humoreske in Ges op. 101/7, B. 187 (bew. Kreisler); Corelli: O sanctissima (bew. Kreisler); Bizet: ‘Intermezzo’ uit L’Arlésienne (bew. Kreisler); Kreisler: Syncopation; Marche militaire viennoise; Schumann: Romance voor hobo en piano op. 94/2 (bew. Kreisler); Debussy: ‘En bateau’ uit Petite suite (bew. Choisnel); Dohnányi: Ruralia hungarica op. 32c; Massenet: ‘Méditation’ uit Thaïs (bew. Marsick); Drdla: Souvenir in D (bew.); Debussy: ‘La fille aux cheveux de lin’ uit Préludes I (bew. Hartmann); Nevin: Mighty lak a rose, The rosary (bew. Kreisler); Foster: The Swanee river (bew. Kreisler); Kreisler: Tambourin chinois op. 3. Fritz Kreisler (v), Hugo Kreisler (vc), Michael Raucheisen (p) en Carl Lamson (p). Naxos 8.111410 (79’33”). 1927/8
In 2009 begon Naxos het het heruitgeven van de volledige opnamen die de typisch Weense violist/componist Fritz Kreisler (1875 - 1962) voor EMI maakte en die eerder al op ASV werden (her)uitgegeven. Bij de eerste exemplaren ging het nog om vrij primitieve akoestische (voor de trechter) gemaakte vertolkingen uit 1904 en 1910, maar in deel 9 zitten gaat het al even om de elektrische opnamen. Deze hier dateren uit 1927 en 1928 en ondanks de kinderjaren waarin de muziekindustrie toen verkeerde en de vertolkers extra druk en beperkingen oplegde is het resultaat zowel in technische als in artistieke opzichten best de moeite waard. Technicus Ward Marston deed zijn best voor een zo goed mogelijke restauratie.
Daardoor komt het bijna een eeuw oude onnavolgbare spel van Kreisler nog aardig goed tot zijn recht. Behalve eigen werken speelt hij ook heel wat eigen en andermans bewerkingen. Dit moois terughorend is duidelijk dat Kreisler tot de groten uit zijn tijd behoorde. In de oudste opnamen werd hij begeleid door Michael Raucheisen, in de latere door Carl Lamson. Verder krijgen we even zijn cellospelende broer Hugo te horen.
In veel opzichten herinnert Kreislers spel aan dat van Mischa Elman met brede tempi, vrij veel en gevarieerd rubato en een heel expressieve frasering en voor huidige oren te veel portamento.
Misschien moet ik ook nog maar eens luisteren naar zijn opname van de Vioolconcerten van Beethoven, Mendelssohn en Brahms en het Dubbelconcert van Bach (met Efrem Zimbalist) en het orkest van de Stedelijke opera, Berlijn o.l.v. Leo Blech (Pearl GEMM CDS 9996, 2 cd’s) uit de periode 1915 tot 1926. Ook akoestisch…….