Kuljerić: Kroatisch Glagolitisch requiem; Gotovac: Hymne aan de vrijheid. Kristina Kolar (s), Annika Schlicht (ms), Eric Laporte (t), Ljubomir Puskaric (b) met het koor van de Beierse omroep en het Münchens omroeporkest o.l.v. Ivan Repušić. BR Klassik 900331 (61’20”). 2020
Het glagolitische schrift is het oudst bekende Slavische alfabet dat in de negende eeuw in Bulgarije vermoedelijk door Sint Cyrilis werd ontwikkeld. In Praag is een kerk aan hem gewijd en Janáček gebruikte in zijn Glagolitische mis die taal, mar dat werk was meer geïnspireerd door zijn pan-slavistische idealen dan door religieuze principes.
Heel anders ligt dat in het Rooms Katholieke Croatië. Daar heeft het glagolitisch voor kerkelijk gebruik zijn traditionalistische waarde behouden. Het werd altijd oogluikend door het Vaticaan toegestaan dat niet ht elders heersende Latijn werd gebruikt.
Igor Kuljeric (1938 - 2006) maakte daar dankbaar gebruik van in zijn Requiem waarin hij de wel tachtig jaar lang door oorlogen beheerste geschiedenis van zijn land herdenkt. Hij volgt daarin het schema van de Latijnse mis, maar last wel een extra gedeelte in voordat het lange ‘Dan gnjiva’ (Dies irae) begint. Dat is een ontroerend moment. Verder heeft de meeste zang een begrijpelijk tragisch karakter en de tekstbehandeling is heel gevoelig. Het leidt tot een bevredigend mooie compositie.
Jakov Gotovac (1895 - 1982) schreef zijn korte patriottische Hymne aan de vrijheid op een barokke tekst van de dichter Ivan Gundulić uit Dubrovnik.
Het is een prachtig initiatief van de onbaatzuchtige Beierse omroep om dit tweetal werken bekend de maken voor een groter publiek. De vier jeugdige solisten fraseren en articuleren nauwkeurig, net als het voortreffelijk zingende koor. Dat de dirigent van het van het Münchens symfonie orkest, Ivan Repušić, zelf een Kroaat is, lijkt een garantie voor idiomatische vertolkingen.