Korngold: Strijkkwartetten nr. 1 in A op. 16, 2 in Es op. 26 en 3 in D op. 34. Doric kwartet. Chandos CHAN 10611 (79’56”). 2010

 

Korngold: Strijkkwartetten nr. 1 in A op. 16 en 3 in D op. 34. Chilingirian kwartet. RCA GD 87889 (57’19”). 1976

 

Het was na zijn jaren als wonderkind dat Erich Wolfgang Korngold (1897 - 1957) zijn drie Strijkkwartetten componeerde. Nummer 1 is uit de periode 1920/23, nr. 2 uit 1933 en nr. 3 uit 1945.

Het Strijkkwartet nr. 1 ontstond kort na het succes dat Korngold had met zijn opera Die tote Stadt tijdens een voor hem vruchtbare periode. Het werk straalt het enthousiasme van een heel geslaagde jongeman vol levensvreugde uit. De muziek bezit humor en heel mooie melodieën. Het mooist zijn het langzame deel en de grappige finale.

Strijkkwartet nr. 2 ontstond kort voor Korngolds eerste bezoek aan Hollywood om de muziek voor een film over Mendelssohns Midsummer night’s dream te arrangeren, het klinkt naar verhouding zeer gemütlich en charmant  met een treffende wals tot slot.

In Strijkkwartet nr. 3 horen we een Korngold die tot zijn klassieke wortels terugkeert en meer aandacht besteedt aan de uitwerking van de thema’s. Alle drie de kwartetten zijn mooie werken die het verdienen vaker gehoord te worden.

Het Flesch kwartet was het eerste dat ze op ASV opnam, maar zowel het Doric- ls het Chilingerian kwartet voeren ze veel levendiger en rijker van toon uit en reageren goed op de ’speciale effecten’ (col legno, open snaren, met dempers, pizzicati) waarom de componist vraagt. 

Beide opnamen zijn heel goed en waardevol, maar uiteindelijk heeft het Doric kwartet een neuslengte voorsprong