Kurka: The good soldier Schweik. Jason Collins (t., Schweik), Marc Embree (b., lt. Lukash, legerdokter, Boheemse heer), Kelli Harrington (s., mevr. Müller, Katy), Buffy Baggotte (ms., barones von Botzenheim, mad. Kakonyi), Timothy Sharp (b., Palivec, Voditchka), Mark Calvert (bt, psychiater, priester) e.a. met het Ensemble van de Chicago opera o.l.v. Alexander Platt. Cedille CDR 9000006-2 (2 cd’s, 1u. 43’37”). 2002
Meer dan veertig jaar na zijn debuut keert de Amerikaanse componist Robert Kurka (1921 - 1957) kort voor zijn dood in 1957 terug tot zijn hilarische, satirische opera The good soldier Schweik naar de bekende Tsjechische novelle van Jaroslav Hašek uit 1923 over de lotgevallen van de dom lijkende, maar o zo slimme sloeber Schweik in het Wenen aan het begin van WO. 1. Het werk zit boordevol kostelijke, maar ook soms heel trieste taferelen, zoals wanneer Schweik er als hulpje ven een zelf ongelovige aalmoezenier op uit wordt gestuurd om heilig oliesel te kopen om de stervende gewonden in een veldhospitaal te bedienen. Hij kan het nergens kopen omdat het eerst door een bisschop moet zijn gezegend. Tot hij een slimme winkelier treft, die ’nog nooit iemand heeft weggestuurd omdat hij iets niet had’ en Schweik een flesje wonderolie verkoopt. Bij aankomst in het hospitaal blijken de gewonden al te zijn gestorven, dus gebruiken de aalmoezenier en Schweik die olie maar om hun laarzen in te vetten.
Kurka vulde het verhaal van Schweik van wie wordt verwacht dat hij een keizerrijk waarin hij niet gelooft moet verdedigen aan met dansen (furiant, polka) marsen, ballades, jazz en Weill-achtig cabaret. Denk aan een satirisch, maar ook wat cynisch conglomeraat van ‘Mahagonny, ‘Wozzeck’, Menotti en ‘Catch 22’.
De zangers zijn goed, met voorop Jason Collins in de titelrol, die meteen veel sympathie krijgt. Dirigent Platt houdt de vaart erin en het orkest speelt pittig. Maar (her)lees vooral eerst de novelle!