CD Recensies

KABELÁC: PIANOWERKEN

Kabelác: Pianostukken op. 14 nr. 1-7, ‘Passacaglia T.G.M’ op. 3, Cizokrajné motivy (Motieven uit verre landen) op. 38 nr. 1-10; ‘Préludes’ op. 30 nr. 1-8. Daniel Wiesner. Panton 81.9012-2 (78’53”). 1999
 
De Tsjech Miloslav Kabeláč (1908 – 1979) studeerde o.a. bij Alois Hába aan het Conservatorium in Praag en trad daarna in dienst van de omroep en als conservatoriumdocent. Zolang mogelijk onderhield hij contact met collega’s in het Westen, alleen na de Russische bezetting in 1968 was dat een poos onmogelijk. 
Hij werd vooral bekend met zijn orkestwerken (Symfonieën, ‘Het mysterie van de tijd’ en de ‘Hamlet improvisatie’). Behoorlijk imposante werken. Maar dat geldt evenzeer voor deze opname van zijn volledige Pianowerken.
Die zijn hier voor het eerst opgenomen door de Tsjech Daniel Wiesner (1947) en ze dateren respectievelijk uit 1947, 1937, 1959 en 1956. Ze laten via Hába een grote invloed van de Tweede Weense school horen. In de jaren zestig hield Kabelác zich ook bezig met elektronische muziek en opende een eigen studio waarin hij meer de Franse richting van Boulez dan de Duitse van Stockhausen volgde.
Om een goede algemene indruk van de componist te krijgen is er een mooie opname van het Praags Kamerkoor en -orkest onder de titel ‘Do not retreat’ (Supraphon SU 3020-2) met de gelijknamige Cantate, de Symfonie nr. 4 ‘Camerata’, de Wiegeliederen, de 9 ‘Reflections’ en het ‘Mysterie van de stilte’.