Ķeniņš: Symfonieën nr. 5, en 8 Sinfonia concertata voor orgel en orkest, ‘Aria per corde’. Ivera Apkalna (org) met het Lets Nationaal symfonie orkest o.l.v. Andris Poga. Ondine ODE 1388-2 (53’00”). 2021

 

De in Letland geboren Tālivaldis Ķeniņš (1919 – 2008) genoot  het begin van zijn muzikale opleiding in Riga. Tijdens W.O. 2 moest hij in militaire dienst toen zijn land nog deel uitmaakte  van Rusland. Daarom vertrok hij naar Parijs, waar hij zijn studie voortzette bij Tony Aubin en Olivier Messiaen. Daarna vertrok hij naar Canada waar hij de rest van zijn leven in Toronto bleef en de Canadese nationaliteit aannam.

In zijn lange muzikale loopbaan bracht hij veel stijlen samen en daaronder zijn ook jazzinvloeden herkenbaar. De drie hier opgenomen composities stammen uit respectievelijk 1975, 1986 en 1984. Hij vestigde zin naam als belangrijke Letse en Canadese componist.

Op deze derde cd die Ondine aan het oeuvre van Ķeniņš wijdt, horen we zijn laatste symfonische werk, de Symfonie nr. 8 met een orgelpartij die nog belangrijker is dan die van Saint-Saëns in zijn Symfonie nr. 3. Het gaat om vrij dramatische muziek, ook in de kernachtige Symfonie nr. 5 met een aantal mooi lyrische momenten en Ivera Apkalna, die in 2005 een ECHO Klassiek prijs won en ook in het Concertgebouw optrad, is hierin een maatgevende, zeer goede soliste die de compositie krachtig verdedigt. De inderdaad nogal zangerige ‘Aria per corde’ brengt tot slot nog enige verlichting.

Het Letse orkest zet zich sterk voor deze muziek in die Andris Poga grondig lijkt te kennen en te beheersen.